Groot onderzoek naar hartspiercellen
AMSTERDAM (ANP) – Met een subsidie van 11,4 miljoen euro van de Europese Unie begint volgende maand een groot onderzoek naar de ontwikkeling en differentiatie van hartspiercellen. De resultaten moeten bijdragen aan een verbetering van de behandeling met stamcellen bij patiënten die na een hartinfarct last hebben van hartfunctiestoornissen.
Het Academisch Medisch Centrum (AMC), dat het onderzoek gaat coördineren, heeft dat woensdag bekendgemaakt. „Door in embryonale harten te kijken naar de ontwikkeling van hartspiercellen, willen we meer kennis vergaren over de manier waarop we bij patiënten nieuwe cellen van het juiste type kunnen maken", aldus prof.dr. A. Moorman in het AMC Magazine.Moorman is hoogleraar Embryologie en moleculaire biologie van hart– en vaatziekten in het AMC en coördinator van het onderzoek. Bij een hartinfarct sterft een deel van de hartspiercellen, waardoor het hart niet meer goed werkt. Het beschadigde weefsel vervangen door nieuwe cellen lijkt een even simpele als doeltreffende behandeling.
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar stamceltherapie. Wetenschappers zien veel perspectief in dit soort onderzoek, maar erg veel resultaat heeft het nog niet opgeleverd. Om stamceltherapie echt effectief te maken is volgens Moorman meer fundamentele kennis nodig.
Daarom gaan de onderzoekers bij patiënten met aangeboren hartafwijkingen op zoek naar nieuwe genen die een rol spelen bij de groei van het hart. Bovendien kijken ze welke mechanismen bepalen dat een stamcel een werkende hartspiercel wordt. Een andere onderzoekslijn richt zich op de vraag waarom hartfibroblasten (bindweefselcellen) zich na de embryonale fase niet meer tot hartspiercel kunnen ontwikkelen, maar in het embryo wel. Onderzoekers gebruiken deze kennis voor het ontwerpen van nieuwe technieken om stamcellen aan te zetten hartspiercellen te vormen.
Aan het onderzoek werken ruim 25 laboratoria en instituten uit heel Europa mee. Naast het AMC zijn dat onder meer het LUMC (Leiden), het Hubrecht Laboratorium van de KNAW (Utrecht), het Max Planck Institute for Molecular Genetics, het European Informatics Institute, het Institute Pasteur en de University of London.