Herstelde kustweg moet Atjeh economisch ontsluiten
BANDA ATJEH - De tsunami verwoestte vorig jaar meer dan 3000 kilometer aan wegen in het Indonesische Atjeh. Na een jaar is slechts 235 kilometer hiervan weer aangelegd. Twee organisaties proberen de belangrijke kustweg, vrijwel uitgewist door de tsunami, te herbouwen. Binnen een onvoorstelbaar korte tijd is dat een vrijwel onmogelijke opgave.
Vóór de tsunami duurde een rit van Banda Atjeh naar Meulaboh, beide gelegen aan de zwaar getroffen westkust van Sumatra, een uur of vijf. Een jaar na de tsunami is de verbinding nog altijd niet hersteld.Inwoners van dorpen en steden op nog geen 100 kilometer afstand van Banda Atjeh moeten nu een enorme omweg maken. De weg leidt door de jungle en over bergen en is in de regentijd op veel plekken niet meer dan een modderpad.
Twee organisaties proberen hier zo snel mogelijk een einde aan te maken, maar de taak lijkt onmogelijk. Meulaboh ligt op 240 kilometer van Banda Atjeh. De weg is vrijwel over de gehele afstand beschadigd, verwoest of gewoon verdwenen.
„Van Meulaboh naar Calang is het slechts 122 kilometer”, zegt de Japanse ingenieur Kioyhara Miyazaki, „maar de reis neemt op een goede dag vijf uur in beslag.” Miyazaki is verantwoordelijk voor de herbouw van de weg tot aan Calang.
Na Calang is het onmogelijk voor auto’s en vrachtwagens om door te rijden. Twee speciaal verbouwde VN-wagens met vierwielaandrijving lukte het enige maanden geleden, maar zij deden er vele dagen over. „De weg kan niet gebruikt worden”, weet iedereen in het rampgebied.
Zelfs de bruikbare weg tussen Calang en Meulaboh is een uitdaging. Alleen vrachtwagens en auto’s met vierwielaandrijving redden het hier. Het woord weg is ook niet echt van toepassing. Zelfs gatenkaas ziet er beter begaanbaar uit. Op veel plaatsen is er alleen een modderpad over, onbegaanbaar als het regent. Vrachtwagens rijden regelmatig een wiel klem in een gat dat net even te diep is. Ze hellen vaak zo vervaarlijk opzij dat het hele chassis zichtbaar is.
„Het is van het grootste belang dat we de weg weer openstellen”, zegt Miyazaki. Hij is een van de projectleiders van Katahira & Engineers International, het bedrijf dat de nieuwe weg tussen Meulaboh en Calang heeft ontworpen. De bouw wordt bekostigd door de Japanse overheid.
„Voor dringend herstel van het rampgebied is de weg een absolute noodzaak”, zegt Miyazaki. Het woord dringend weegt hier het zwaarst. De Japanse overheid geeft Miyazaki slechts zeven maanden de tijd om de weg aan te leggen. Een schijnbaar onmogelijke opgave. Niet alleen moet hij 122 kilometer asfalt neerleggen, hij moet ook twintig nieuwe bruggen met een totale lengte van 670 meter bouwen. De langste brug is maar liefst 120 meter lang.
„De grootste uitdaging is het tijdsaspect”, zegt Miyazaki. Het project begon op 1 december en moet op 30 juni klaar zijn. „Ik had liever een jaar gehad, maar de Japanse overheid wil dat de weg er zo snel mogelijk ligt.”
Hij geeft aarzelend toe: „Het is een beetje een onmogelijk project geworden.” Dan lacht de diep gebruinde ingenieur hartelijk. Als zijn collega Soemu Oshita gevraagd wordt of hij vertrouwen heeft in het tijdpad, lacht ook hij en zegt: „Het is onze streefdatum.”
„In Japan zou het ondenkbaar zijn om 120 kilometer straatweg in slechts zeven maanden aan te leggen”, zegt Miyazaki. Hij heeft in Laos een weg van 180 kilometer aangelegd en in Maleisië een van 120 kilometer. „In beide gevallen nam het drie jaar in beslag.”
De grootste problemen zijn het landschap en de weersomstandigheden. „Er valt ontzettend veel regen hier”, zegt Oshita. „In Calang valt er gemiddeld 3600 millimeter per maand, in Meulaboh 3357. Dit maakt het moeilijk om snel te werken. Als de grond niet droog is, kunnen we niet werken. En als het regent kunnen we geen beton en asfalt storten.” Vaak is er geen elektriciteit. „In Calang is enkel elektriciteit tussen 7 en 12 uur ’s avonds.”
Thomas Morris, verantwoordelijk voor de nieuwe weg die Usaid gaat bouwen tussen Banda Atjeh en Meulaboh, herhaalt veel van de problemen die Miyazaki en Oshita noemen. „De grootste uitdaging is dat het hele landschap is veranderd door de tsunami. Op veel plaatsen waar vroeger de weg liep, golft nu het zeewater van de Indische Oceaan.” Er zijn meer problemen te overwinnen. „Denk aan de landrechten.”
Japan legt een noodweg aan, de weg die de Verenigde Staten bouwen moet de ontwikkeling van de regio bewerkstelligen. „Deze weg is de economische ruggengraat van Atjeh, dus dit project is uitermate belangrijk. Nu het conflict tussen overheid en guerrilla’s is beëindigd, gaat deze weg een groot verschil maken. Hij gaat de hele provincie openleggen.”
Morris noemt het Japanse project „echt een uitdaging.” „De weg daar is totaal uitgewist.”
Morris heeft gelukkig niet de tijdsdruk van de Japanners. „We zijn nu midden in het ontwerp. Volgend jaar beginnen we met de aanleg.”
De weg moet er in 2009 liggen. „Dat is geen onredelijke streefdatum”, meent hij. Ondanks zijn optimisme is hij zich maar al te bewust van de problemen. „Dit is geen snelweg door Texas. Het wordt niet gemakkelijk.”