Behalve de puinresten en de fundering zijn drie skeletten, leistenen en een waterput gevonden. Volgens de stadsarcheoloog van de Gelderse hoofdstad komen de resten vermoedelijk uit de vijftiende of zestiende eeuw. Nabestaanden begroeven destijds overledenen in gewijde grond. De puinresten zouden daarom van een kerk moeten zijn.

De historische vondst kwam aan het licht toen Rijkswaterstaat inspecties uitvoerde op een onlangs verlegde dijk in de uiterwaarden. De waterkering was aangepast om de Rijn meer ruimte te geven bij hoog water. De inspecteurs constateerden kwelwater dat binnendijks naar boven kwam. Het blijkt dat de nieuwe wal deels op resten van de kerk staat. Stenen overblijfselen houden het water niet tegen, in tegenstelling tot de omliggende kleigrond.

De middeleeuwse resten worden niet verder blootgelegd tenzij dit uit veiligheidsoogpunt van de inwoners van Arnhem noodzakelijk is. Rijkswaterstaat, het waterschap Rivierenland en de gemeente Arnhem voeren hierover nog nader overleg.