Officieren Herculesramp willen vergoeding proceskosten
Drie luchtmachtofficieren die jarenlang zijn vervolgd voor hun aandeel in de Herculesramp, willen dat de staat hun proceskosten betaalt. Dat bleek vrijdag voor de militaire kamer van de rechtbank in Arnhem.
Daar eisten verdedigers H. van der Meijden en M. Boekhorst namens de drie luchtmachtofficieren schadevergoeding. Twee van de officieren, luchtverkeersleider A. Z. en brandweercommandant W. K. werden 4,5 jaar na de Herculesramp op 1 maart van dit jaar door de militaire kamer vrijgesproken. De zaak tegen de derde officier, basiscommandant W. K. was al eerder geseponeerd.
Bij de ramp op 15 juli 1996 op vliegbasis Eindhoven kwamen 34 van de 41 inzittenden van het Herculestoestel om het leven. Het ging om leden van de fanfare van de Koninklijke Landmacht.
Volgens de verdedigers hebben zij jarenlang tevergeefs verzocht de strafzaak tegen deze militairen te seponeren. Ook hun cliënten hebben zich met hand en tand verzet tegen de beschuldigingen. Pas op 1 maart sprak de militaire kamer de twee luchtmachtofficieren vrij omdat niet aannemelijk was dat zij een adequate redding of hulpverlening hadden belemmerd of vertraagd.
„Nu zij van alle blaam zijn gezuiverd, is het volgens ons onbillijk de proceskosten op hun schouders te laten drukken. Deze drie militairen dragen nog steeds de last van de Herculeszaak op hun schouders, ondanks de vrijspraak. Hun naam zal altijd verbonden blijven met de Herculeszaak”, aldus Van der Meijden. Hij wilde niet zeggen hoe hoog het schadebedrag is, maar vermoedelijk gaat het om enkele tonnen.
Justitie in Arnhem wilde vorig jaar al de vervolging tegen de twee officieren niet meer doorzetten. Maar de leiding van het Openbaar Ministerie, het college van procureurs–generaal, vond het ongewenst dat geen enkele rechter zich over de zaak zou buigen en stuurde aan op een proces.
Aanhouding tot 7 december.