Honderdduizenden herdenken tsunami
BANDA ATJEH/KHAO LOK/PERALIYA (ANP) – Vele honderdduizenden inwoners van landen rond de Indische Oceaan hebben maandag met gebeden, stiltes en ceremonies herdacht dat een jaar geleden zeker 230.000 mensen stierven door de zeebeving bij Sumatra en de daarop volgende verwoestende vloedgolven.
Zondag al was er in het Thaise Khao Lak een herdenking voor de 36 Nederlandse slachtoffers, waarbij onder anderen minister Remkes (Binnenlandse Zaken) aanwezig was.Volgens de jongste gegevens van de Verenigde Naties vielen er op 26 december 2004 zeker 181.516 doden. Daar komen nog eens 49.936 personen bij; grotendeels mensen die worden vermist en daarom formeel niet dood zijn verklaard. In totaal staat het officiële aantal slachtoffers dan op 231.452. De slachtoffers vielen in twaalf landen: Indonesië, Sri Lanka, India, Maldiven, Thailand, Myanmar, Maleisië, Kenia, Madagascar, Seychellen, Somalië en Tanzania.
De hardst getroffen naties waren Indonesië (131.934 doden en 37.066 vermisten), Sri Lanka (31.229 doden en 4093 vermisten), India (12.405 doden en 5640 vermisten) en Thailand (5395 doden en 2932 vermisten). Een op de drie slachtoffers was een kind.
Minister Remkes en de Nederlandse ambassadeur in Thailand, Pieter Marres, herdachten zondag in Khao Lak samen met 27 nabestaanden van elf Nederlandse slachtoffers de tsunami–doden. Na toespraken gooiden de aanwezigen bloemen in zee.
De bijeenkomst, georganiseerd door de Nederlandse ambassade, had plaats in de net weer opgeknapte tuin van een vakantieresort vlak aan het strand. Tegen de achtergrond van het gebulder van de zee sprak Remkes over de extremen van de natuur. „Een prachtig klimaat en een overweldigende natuur trekt mensen als een magneet naar zich toe, maar soms heeft de natuur een onvoorstelbare wreedheid van zichzelf”.
Remkes roemde Nederland, dat zich na de tsunami van zijn goede kant heeft laten zien. Speciale dank sprak hij uit aan de ambassadeur en zijn team en het Rampen Identificatie Team (RIT). „Het RIT heeft, doordat alle Nederlandse slachtoffers zijn geïdentificeerd, de mensen – en dat klinkt paradoxaal – een begin van een nieuw bestaan gegeven”, aldus Remkes.
De Indonesische president Susilo Bambang Yudhoyono sprak op zijn beurt in het zwaar getroffen Banda Atjeh op Sumatra. Hij leidde een sobere en emotionele bijeenkomst. De president benadrukte vooral de noodzaak van blijvende hulp aan de overlevenden. Hij erkende dat de wederopbouw nog uiterst langzaam verloopt en dat tienduizenden nog altijd geen permanent dak boven hun hoofd hebben.
Op Sri Lanka, op de plaats waar de tsunami een stampvolle trein trof waardoor zeker 1200 mensen het leven verloren, stak ook de nieuwe president Rajapakse de hand in eigen boezem. Ook hij erkende dat de herbouw van huizen, scholen en andere gebouwen te langzaam gaat en er nog altijd slachtoffers geen of nauwelijks hulp hebben gehad. Hij beloofde een „nieuwe dynamiek” bij de wederopbouw.
De herdenking op Sri Lanka, die gepaard ging met een multireligieuze bijeenkomst en twee minuten stilte, werd deels overschaduwd door de dreiging van een nieuwe burgeroorlog. De separatistische rebellen van de Tamil Tijgers, die delen van het eiland in handen hebben, voeren ondanks een bestand weer geregeld aanvallen uit op regeringsdoelen. Rajapakse moest tijdens de ceremonie extra worden beschermd. Daarvoor werd onder meer afweergeschut opgesteld.