IJver
Met een geweldige haat was Achab ingenomen tegen de profeet Elia, die hij daarom zijn vijand noemde. Hij hunkerde met zijn vrouw Izébel naar de afgoden. Toen hij daarvoor echter door Elia bestraft werd, legde hij zijn trotsheid wat af. Met de aanspraak van zijn vijand bekende hij schuld en vernederde hij zich in stof en as. Hij deed dat zo, dat de Heere daar enigermate genoegen mee nam en hem daarom uitstel van straf toezegde (1 Koningen 21:27).
Zie dus hoe ver een onwedergeboren mens kan komen in de uiterlijke betrachting van Gods Woord. Een geveinsde zou allerlei soort van christelijke huisoefeningen kunnen doen, ’s morgens en ’s avonds bidden met zijn huisgezin. Hij kan Gods Woord lezen, hen leren hun zonden te onderzoeken en in het gebed daar belijdenis van te doen. Hij kan op de rustdag naar de kerk gaan en thuis komende bij de kinderen onderzoeken wat zij hebben onthouden. En dat alles kan hij beter doen dan menig oprechte christen, maar evenwel toch onbekeerd zijn. Zo een kan niet alleen uiterlijke godsdienstplichten waarnemen, maar daarin ook veel ijver betonen, zoals Paulus van de joden zei dat ze een ijver tot God hadden, maar niet met verstand (Romeinen 10:2).Herman Witsius, professor en predikant te Utrecht (”Geestelijcke printen”, 1741)