„Pas op voor koraalrif van ressentiment”
ROTTERDAM - De rellen in de Franse voorsteden van eind oktober en begin november kwamen niet voort uit een verslechterende situatie, maar ontstonden doordat de verwachtingen hoger waren dan de realiteit. Dat betoogde de socioloog Godfried Engbersen donderdag in Rotterdam.
De theorie van de stijgende verwachting, die ten grondslag ligt aan deze analyse, komt van de 19e-eeuwse Franse politicoloog Alexis de Tocqueville. Het Franse gelijkheidsideaal wordt de jongeren wel bijgebracht, maar staat ver af van de alledaagse realiteit. Dat geeft frictie.Voor een afgeladen Burgerzaal in het Rotterdamse stadhuis hield Engbersen voor de plaatselijke afdeling van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken (NGIZ) donderdagmiddag een lezing over de ”Franse toestanden”. „Het is niet zo’n vredig onderwerp, zo vlak voor Kerstmis”, erkende hij. Maar de reële problematiek achter de toestanden rechtvaardigden volgens de socioloog de onderwerpskeuze dubbel en dwars.
Engbersen zette de Franse rellen in een relativerend perspectief door ze te vergelijken met de grootschalige onlusten die in 1992 in Los Angeles uitbraken. De opstanden daar waren van veel grotere omvang, zo liet de hoogleraar aan de Erasmus Universiteit zien. Het aantal gewonden en doden lag in de Amerikaanse stad veel hoger en ook de toegebrachte schade was meer dan drie keer zo groot.
In Frankrijk was er deels sprake van „geritualiseerd geweld”, denkt Engbersen. Jongeren sloegen aan het vernielen voor de televisiecamera en imiteerden de jeugd uit andere wijken. Daarnaast is het goed om te beseffen dat de rellen op zich geen nieuw verschijnsel vormden, zei hij. In de tien maanden voorafgaand aan de rellen gingen er ook al 28.000 auto’s in vlammen op. De omvang was nu echter groter.
De Franse minister van Binnenlandse Zaken, Sarkozy, heeft met zijn spierballentaal -hij omschreef de jongeren consequent als „tuig” en „schoften”- olie op het vuur gegooid, betoogde Engbersen. Na zijn uitspraken was er een duidelijke toename van geweld te zien. „Dat geeft aan dat politici veel tactischer te werk moeten gaan in dergelijke gevallen. Pas op met publieke belediging.”
Volgens Engbersen, die zich daarbij baseerde op veel van zijn Franse collega’s, kwamen de rellen niet voort uit etnische of religieuze motieven. De jongeren zouden zich volkomen Frans voelen. „Wij zijn Franser dan Sarkozy”, zeiden enkele relschoppende jongeren voor de NOS-camera. Ook gelooft Engbersen niet dat er in Frankrijk sprake was van een toename van discriminatie. „Er is wél een toenemende gevoeligheid daarvoor, juist vanwege het Franse integratieideaal.”
De Franse toestanden tonen aan dat culturele integratie onvoldoende grond geeft voor volledige participatie in de samenleving, analyseerde Engbersen. Het Amerikaanse model, waarbij assimiliatie voortkomt uit actieve deelname aan de arbeidsmarkt, werkt beter. Omdat de arbeidsmarkt echter radicaal veranderd is, moet het probleem aangepakt worden bij de scholing. „Er zouden nog gerichtere programma’s moeten komen om de scholing te bevorderen”, aldus Engbersen.
Hij pleitte ervoor om niet te snel in Nederland groot alarm te slaan naar aanleiding van de Franse rellen. „Bolkestein zei tijdens de rellen in Los Angeles: Los Angeles is dichterbij dan wij denken. Er zijn hier toen echter geen rellen geweest.”
Nederland kent veel meer geïndividualiseerde vormen van verzet, is de indruk van Engbersen. „Mensen trekken zich terug uit de samenleving. Pas echter op voor een koraalrif van ressentiment.” Nederland doet het in vergelijking met andere Europese landen niet slecht, aldus de socioloog. „Maar ook hier nemen werknemers niet Ben Saïdi maar Veenstra aan bij sollicitaties.” Maar ook voor Nederland valt volgens Engbersen echter niet hard te maken dat discriminatie de laatste jaren is toegenomen.
Een oudere dame vond Engbersen te idealistisch. „Als ik door Rotterdam loop, denk ik: die jongeren zijn gewoon lui. Ze hangen maar wat en drinken bier. En niet met een glas.” Volgens Engbersen is dat te kort door de bocht. „Wanneer er werk is, willen mensen wel. Het is echter goed dat er tegenwoordig scherpere eisen aan uitkeringen gesteld worden. Iedereen moet iets doen voor zijn uitkering. Als je kunt werken, dan moet je ook werken.”