„Verbod op boerka verkeerd signaal”
UTRECHT - De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) noemt het een onjuist signaal aan de samenleving om het openbaar gebruik van de boerka te verbieden.
Op haar website hekelt de commissie vooral het gebrek aan aanleiding voor de dinsdag door de Tweede Kamer aangenomen motie van het Kamerlid Wilders. Zonder concrete aanleiding komt de maatregel neer op botte uitsluiting, aldus de commissie. Tevens wordt volgens haar veronachtzaamd dat het kledingstuk dikwijls om godsdienstige redenen wordt gedragen.Volgens de CGB zijn er goede redenen waarom een boerka in een bepaalde situatie niet kan, bijvoorbeeld als goede communicatie onontbeerlijk is. „Als dat zo is, moet vervolgens worden bekeken of de boerka-dragende vrouw ruimte kan worden geboden door een andere organisatie van werkzaamheden. De Algemene wet gelijke behandeling biedt een goed kader om te beoordelen in welke situaties de vrijheid van godsdienst voorgaat en in welke gevallen die moet wijken voor andere belangen.” Zo pleit de commissie in lijn met eerdere oordelen ervoor dat bepaalde intakegesprekken op het terrein van maatschappelijk werk niet door mannen, maar door vrouwen worden gevoerd.
„De Tweede Kamer doet deze subtiele lijn in de ban”, schrijft de commissie. „Als een boerka op straat wordt verboden, is niet goed uit te leggen waarom in private situaties kan worden gevraagd de vrijheid van godsdienst van de vrouw met boerka te respecteren.”
De CGB zal het kabinet vragen met deze negatieve effecten rekening te houden. „Het wordt de komende tijd koud in Nederland. En dan zal de potsierlijkheid van de gevraagde maatregel blijken. Als iedereen de muts op doet, en de das over de neus, is er opeens geen enkel probleem.”