Vergoedingsduur bloedverdunner Plavix verlengd
ROTTERDAM – Bij acute hartkramp of een (dreigend) hartinfarct (acuut coronair syndroom) moet de vergoedingsduur van de bloedverdunner Plavix (clopidogrel) niet langer tot zes maanden worden beperkt. Nieuwe gegevens rechtvaardigen dat, aldus het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) donderdag in een advies aan de minister van VWS.
Vrijdag dient het kort geding dat cardiologen hebben aangespannen tegen minister Hoogervorst over de vergoeding van de dure bloedverdunner Plavix. Hier gaat het echter om de vergoeding van Plavix na het plaatsen van een stent bij dotteren. Daarvan zeggen de cardiologen dat na plaatsing van een stent door een jaar lang Plavix te gebruiken een nieuwe vernauwing of zelfs een hartinfarct wordt voorkomen. Tal van klinische studies tonen dat aan. Probleem is echter dat de fabrikant van Plavix, Sanofi-Aventis, de toepassing van dit geneesmiddel voor deze indicatie nog niet ter registratie aan het CVZ heeft aangeboden.Niettemin vergoed de ene zorgverzekeraar het op voorschrift van de cardioloog wel en de andere niet. Hierover is op het ministerie een ware machtsstrijd ontstaan tussen minister Hoogervorst en de scheidend inspecteur-generaal voor de Gezondheidszorg Herre Kingma. De twee ontlopen elkaar. Kingma, die van oorsprong cardioloog is, zou zich volgens ingewijden voor het karretje van zijn vakgenoten en voor dat van de fabrikant laten spannen.
De Commissie Farmaceutische Hulp (CFH) van het CVZ heeft Plavix onlangs opnieuw beoordeeld. Bij de aanvankelijke beoordeling heeft het CVZ zich gebaseerd op klinische studies, waarin een duidelijk voordeel naar voren komt van de combinatie Plavix met aspirine ten opzichte van aspirine alleen. Een beperking van dat onderzoek is echter dat het geen uitsluitsel geeft over de optimale behandelduur.
Verder blijkt uit deze onderzoeken dat het risico op complicaties bij het gebruik van Plavix, zoals bloedingen, na drie maanden toeneemt. Daarom werd Plavix bij een acuut coronair syndroom slechts voor zes maanden vergoed. De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie (NVVC) adviseert echter een behandelperiode van negen tot twaalf maanden. In het kader van de herbeoordeling heeft het CVZ onlangs zowel de cardiologen als de fabrikant om aanvullende praktijkgegevens gevraagd over het risico op bloedingen bij het gebruik van Plavix. In dit “periodic safety update report” (psur), dat specialisten regelmatig moeten aanleveren, wordt voldoende aangetoond dat het bloedingsrisico minder reden tot zorg geeft dan zich op basis van eerder klinisch onderzoek liet aanzien.
Daardoor hoeft de vergoedingsduur van Plavix niet langer beperkt te worden tot zes maanden, aldus het CVZ in het advies aan de minister van Volksgezondheid. Voor de geregistreerde behandelindicaties kost Plavix nu ongeveer 30 miljoen euro per jaar. Als de vergoedingsregels worden uitgebreid in overeenstemming met de behandelrichtlijnen van de cardiologen, loopt dat bedrag op tot ongeveer 50 miljoen euro per jaar.