Toen Herodes dit gehoord had, riep hij de wijzen heimelijk, ja bedekt en vol van vrees, en verneemt van hen naar de tijd dat de ster verschenen is. Waartoe wil hij dat nu weten? „Opdat ik kome en hem aanbidde.” Vermoorden, wil hij eigenlijk zeggen.Herodes speelde hier de grootste goddeloze die ooit door de zon beschenen is. Hij vraagt naar de plaats waar de Christus geboren is. Hij vraagt aan de wijzen de tijd van de verschenen ster en zendt hen naar Bethlehem. Hij zegt dat hij ook zal komen om zich neer te werpen aan de voeten van deze koning. Dit alles zegt zijn mond en ondertussen brouwt zijn hart die vervloekte aanslag om dit Kind te doden.

Wie heeft ooit een gruwelijker goddeloze gezien? Deze man gelooft de profetieën Gods, hij gelooft dat die vervuld zijn in de geboorte van dit Kind. Hij hoort dat de ster verschenen is. Hij gelooft de tijd van de wijzen. En toch beraadslaagt hij in zijn hart om dit kind te vermoorden. De duivel meent hier de komst van Gods Zoon te beletten door Hem in de wieg te vermoorden.

Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (”Verzameling van predicatiën”, 1681)