EU versoepelt plan voor minder visvangst
BRUSSEL (ANP) - De vangst van enkele vissoorten mag in 2006 toch iets hoger zijn dan de Europese Commissie eerder had voorgesteld. Schol en horsmakreel mogen in sommige gebieden zelfs iets meer gevangen worden dan dit jaar, zo blijkt uit de eerste aanpassingen van de Europese visplannen voor 2006.
Visserijministers begonnen dinsdag aan een driedaagse vergadering over de maximale visvangst in 2006 in de Europese Unie. De Europese Commissie had recent voorgesteld de vangst van kabeljauw, tong en schol met 15 procent te verminderen. Doel is vooral om de bedreigde kabeljauw te beschermen, die veelal in de netten van schol- en tongvissers belandt.Voor de Nederlandse vissers zijn de grote knelpunten nog niet opgelost. Minister Veerman (Visserij) hikt vooral aan tegen de geplande beperkingen voor de vissers op tong. Het stoort hem vooral dat deze vissers minder dagen op zee mogen varen. „Het is voor ons een heel zwaar punt, maar het zal moeilijk worden”, zegt Veerman. „Wij hebben de sector al met 28 kotters beperkt. Als dan ook nog zeedagen verdwijnen, zou de sector dubbel gepakt worden.”
Tong is een belangrijke soort voor de Nederlandse sector. Wat betreft de hoeveelheid tong zet Veerman in op een verlaging van 5 procent in plaats van 15 procent. „Eens kijken waar we aanlanden”, zei Veerman, die vandaag een nieuw compromis verwachtte van de Britse staatssecretaris Ben Bradshaw die de vergadering voorzit.
Het Productschap Vis reageert teleurgesteld op de aanpassingen die tot dusver zijn aangebracht in het voorstel van de Europese Commissie. „Ons grootste bezwaar is dat de schepen nog minder op zee mogen varen: slechts 157 dagen. Het huidige aantal van 180 dagen is al het minimum”, aldus directeur Gerard van Balsfoort.
Door het geringe aantal zeedagen gaan de schepen steeds dichter bij de kust varen. Daardoor vissen ze steeds meer kleine vis. De toezegging dinsdag dat schepen met grote mazen twaalf zeedagen per jaar minder hoeven in te leveren, vindt Van Balsfoort te gering. Deze schepen varen in het hoge noorden, waardoor ze toch al minstens een dag onderweg zijn naar hun visgebieden.