Maandag legde E. in het kader van zijn eigen zaak een belastende verklaring af tegen zijn vriend A. Hij zei dat het extremistische materiaal (radicale teksten, gewelddadige filmpjes) op zijn computer en in zijn Amsterdamse woning toebehoorde aan A., die een tijdje bij hem heeft gewoond. Officier van justitie K. Plooy wilde dat E. deze verklaring als getuige zou herhalen. Een getuige moet zweren of beloven de waarheid te spreken, anders pleegt hij meineed. Een getuige die tevens verdachte is, kan zich echter beroepen op zijn verschoningsrecht. Dat deed E. dinsdag op alle vragen.Op zijn beurt wenste ook A. als getuige geen antwoord te geven op vragen. Hij wilde ook niet reageren op de belastende verklaring die E. tegen hem heeft afgelegd.

Zowel E. als A. behoren volgens justitie tot de periferie van de harde kern van de Hofstadgroep. Die kern wordt gevormd door onder anderen Mohammed B., de moordenaar van Theo van Gogh, Jason W., Ismail A. en Nouriddin El F. De nog steeds voortvluchtige Syriër Redouan Al I., binnen de kringen van de Hofstadgroep beter bekend als Abu Khaled, wordt beschouwd als de geestelijk leider.

Zine Labidine A. zou zich vorig jaar hebben willen losmaken van de vermeende terroristische organisatie. Dat zou voor Youssef E. mogelijk een motief zijn geweest om hem in een kwaad daglicht te stellen. Vragen hierover liet E. eveneens onbeantwoord. Ook A. verschafte geen opheldering.

Het proces tegen de Hofstadgroep bevindt zich in de derde week. Woensdag hoort de rechtbank Samir A. als getuige. A., die geen verdachte is in dit lopende proces maar wel veelvuldig in het dossier figureert, zit sinds oktober vast in een nieuwe terreurstrafzaak. Eerder dit jaar werd hij in hoger beroep vrijgesproken van het voorbereiden van terroristische aanslagen.