FBI hield activistische groepen in de gaten
WASHINGTON (ANP) – Antiterreuragenten van de Amerikaanse federale recherchedienst FBI hebben de afgelopen jaren tal van activistische groepen in de Verenigde Staten nauwlettend in de gaten gehouden. Het gaat onder meer om organisaties op het gebied van milieu, dierenbescherming en armoedebestrijding, meldde The New York Times dinsdag.
Enkele maanden na de aanslagen van 11 september 2001 in New York en Washington gaf de toenmalige minister van Justitie John Ashcroft de FBI meer onderzoeksbevoegdheden in de strijd tegen terrorisme. De dienst heeft deze extra bevoegdheden gebruikt om ook binnenlandse protestgroepen in de gaten te houden, blijkt uit FBI–documenten die door de burgerrechtenorganisatie ACLU aan The New York Times zijn overhandigd.De betrokken organisaties hadden in een rechtszaak het vrijgeven van de documenten geëist in het kader van de wet openbaarheid van bestuur. Uit de inhoud blijkt nu dat de bewuste groepen werden gevolgd door een antiterrorismecel van de FBI. Volgens de ACLU heeft de Amerikaanse regering doelbewust het verschil tussen terrorisme en politiek protest vervaagd.
De FBI heeft de afgelopen jaren zeker ruim 2300 pagina’s informatie vergaard over protestbewegingen als ACLU en Greenpeace. De informatie is onder meer verkregen uit afgeluisterde telefoongesprekken, onderschepte e–mails en het schaduwen van mensen en bijeenkomsten.
„Als je naar deze documenten kijkt, lijkt het alsof we weer zijn teruggekeerd naar de tijd van J. Edgar Hoover”, aldus Ann Beeson van ACLU. Hoover, FBI–directeur van 1924 tot 1972, liet de dienst op vaak ontoelaatbare wijze politiek activisten onderzoeken. Zo wordt in een van de nu vrijgegeven memo’s gesproken over de „semi–communistische ideologie” van de linkse maatschappelijk beweging Catholic Workers.
De FBI heeft in een reactie laten weten dat het zich alleen heeft gericht op mogelijk gewelddadige activiteiten en ordeverstoringen door de organisaties die onder de loep zijn genomen. „De FBI onderzoekt geen individuen of groepen op basis van hun politieke overtuigingen”, aldus een woordvoerder.
De dienst gaf eerder dit jaar al een klein aantal documenten vrij. Het ging onder meer om een memo aan antiterreureenheden in verschillende Amerikaanse steden naar aanleiding van aangekondigde protesten tegen de nationale conventie van de Republikeinse Partij in 2004 in New York.
The New York Times berichtte einde vorige week dat president Bush na de aanslagen van 11 september 2001 in het geheim een andere dienst, de National Security Agency (NSA), toestemming heeft gegeven mensen in de VS af te luisteren in de jacht op terroristen. De NSA bespioneert doorgaans alleen de communicatie in het buitenland.
De NSA hoopte zo mensen te vinden die in contact stonden met Al Qaida, het netwerk achter de aanslagen. Normaliter is er toestemming van een rechter nodig om Amerikanen af te luisteren. Bush heeft maandag gezegd dat hij doorgaat met het controversiële afluisteren van Amerikaanse burgers.