Verontrusting bij politiek over gebrek aan zoetwater
DEN HAAG - De SGP/ChristenUnie in Zuid-Holland heeft schriftelijke vragen gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten over het dreigend tekort aan zoetwater voor de drinkwatervoorziening in het zuiden van Zuid-Holland en in Zeeland.
De fractie stelt de vragen naar aanleiding van berichten dat door de geringe regenval het water van het Haringvliet te zout is geworden. Waterbedrijf Evides maakte eind vorige week bekend dat het zoutgehalte in het Haringvliet sinds enkele weken te hoog is voor drinkwaterproductie. Evides gebruikt dat water om er drinkwater van te leveren aan Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland.Doordat er langs de Duitse rivieren de laatste weken weinig regen viel, werd er weinig zoetwater aangevoerd naar het Haringvliet. Daarom staakte Evides enkele weken geleden de inname van Haringvlietwater. Evides sluit de inname als het chloridegehalte hoger is dan 300 milligram per liter. Momenteel is het gehalte 350 milligram per liter.
De Statenleden G. W. van Veelen en J. Slingerland van de SGP/ChristenUniefractie maken zich te meer zorgen omdat structurele verzilting van het Haringvliet dreigt als over enkele jaren de Haringvlietsluizen op een kier worden gezet. „De verontrusting is niet alleen gebaseerd op een verminderde aanvoer van zoetwater vanuit de rivieren van Duitsland, maar ook omdat straks de Haringvlietsluizen op een kier worden gezet en er daardoor permanent zilt zeewater wordt binnengelaten.”
Van Veelen en Slingerland willen van GS weten of deze risico’s zijn berekend en welke milieuschade aan de duinen wordt voorzien als hieruit (extra) zoetwater moet worden onttrokken.
Door de verzilting komt ook de levering van zoetwater vanuit het Brielse Meer aan de industrie onder druk te staan. Het waterbedrijf heeft de industrie gewaarschuwd, zodat deze maatregelen kan nemen.
De SGP/CU-fractie vraagt zich af of het Brielse Meer nog kan blijven functioneren als bron van zoet water in het geval dat extra zoet water moet worden ingenomen om een dreigende verdroging van waterkeringen en waterkerende kades te voorkomen, zoals enige jaren geleden nodig was.
„Wij hopen dat onze angst onterecht is en dat voldoende maatregelen getroffen zijn om delen van Zuid-Holland (Goeree-Overflakkee) en Zeeland (Schouwen-Duiveland) blijvend van zoetwater te voorzien”, aldus Slingerland en Van Veelen.