Directe aanleiding daarvoor was de verklaring van Youssef E. De rechtbank heeft zijn zaak maandag behandeld.E. behoort, evenals A., tot de „buitenste kring” van het vermeende terreurnetwerk, de groep van minder belangrijke verdachten. Hij werd vorig jaar op 10 november gearresteerd, tegelijk met de meeste andere verdachten in de Hofstadzaak.

De verdenking jegens Youssef E., bijgenaamd ”Bommetje”, komt overwegend voort uit de vondst van jihadistisch materiaal op zijn computer en op cd en diskette. Dit materiaal komt neer op teksten die oproepen tot door de radicale islam geïnspireerd geweld en op beeldmateriaal met onthoofdingen, executies en andere gruweldaden. Op zijn pc werd ook een afbeelding van een bom gevonden.

De 28-jarige E. bood zijn vriend Zine Labidine A. enige tijd onderdak in zijn woning in Amsterdam. Toen politie en justitie na de moord op Van Gogh actie ondernamen tegen de Hofstadgroep, werd in die woning een aanzienlijke hoeveelheid belastende teksten en beelden gevonden.

Maandag beweerde E. dat nagenoeg al dit materiaal van zijn vriend A. was. Officier van justitie mr. J. Plooy wil dat E. deze bewering als getuige -dus onder ede- herhaalt. De rechtbank heeft dat verzoek gehonoreerd. E. moet als getuige de waarheid spreken, omdat hij anders meineed pleegt. Als verdachte heeft hij die verplichting niet.

Of E. als getuige ook daadwerkelijk een verklaring zal afleggen, valt nog te bezien. Als hij zichzelf met een getuigenverklaring belast, mag hij zich beroepen op het zogeheten verschoningsrecht. Dat betekent dat hij vragen niet hoeft te beantwoorden als die nadelig voor hem zijn in zijn eigen zaak.

In een poging toch zo dicht mogelijk bij de waarheid te komen, besloot de rechtbank ook Zine Labidine A. als getuige te laten komen, in de zaak tegen E. Vandaag zou de rechtbank eerst de feiten behandelen in A.’s zaak. A. is sinds september op vrije voeten.