Economie

„Overheid moet wat minder beloven”

AMSTERDAM - Al morrelt zowel politiek links als rechts er wel wát aan, in Den Haag zijn diepgaande discussies over toekomstige beperking van de hypotheekrenteaftrek nog altijd not-done. President Nout Wellink van De Nederlandsche Bank (DNB) is echter voorstander van het op termijn aanpakken van de populaire aftrek. „Mits de afbouw geleidelijk verloopt.”

Marcel ten Broeke
20 December 2005 08:52Gewijzigd op 14 November 2020 03:18
AMSTERDAM – President Nout Wellink van De Nederlandsche Bank is voorstander van het inperken van de hypotheekrenteaftrek. Het huidige stelsel wordt volgens hem te duur. „Zeker wanneer je bedenkt dat de rente de komende jaren zal stijgen. We zitten nu ni
AMSTERDAM – President Nout Wellink van De Nederlandsche Bank is voorstander van het inperken van de hypotheekrenteaftrek. Het huidige stelsel wordt volgens hem te duur. „Zeker wanneer je bedenkt dat de rente de komende jaren zal stijgen. We zitten nu ni

Deze kabinetsperiode ziet hij het er nog niet van komen, maar veel langer moet het volgens DNB-president Wellink niet gaan duren. „Je kunt eigenlijk niet om beperking van de hypotheekrenteaftrek heen.”Aanpassing van de fiscale aftrekbaarheid van het eigenwoningbezit is hard nodig, legt Wellink uit. „Banken zijn sinds de jaren negentig enorm actief in het aanbieden van financiële producten waarin fiscale mogelijkheden worden uitgebuit. Dat is een fenomeen van de laatste vijftien jaar. Vroeger ging het anders. Je nam niet te veel hypotheek en loste zo snel mogelijk af. Een deugd! De slimme adviseurs van nu raden dit af. Want je optimaliseert zo niet de fiscale mogelijkheden. Dat is nieuw.”

De financiële innovaties zorgden ervoor dat het stelsel van hypotheekrenteaftrek nu te duur wordt, aldus Wellink. „Zeker wanneer je bedenkt dat de rente de komende jaren zal stijgen tot misschien wel een procent of acht. Werkelijk, dat is niet ondenkbaar. We zitten nu niet op het evenwichtsniveau van de rente, maar op het laagste punt sinds heel, heel lang.”

Daarnaast werkt het systeem van hypotheekrenteaftrek binnen de specifieke Nederlandse context niet efficiënt, meent de centralebankpresident. „Het is klare economie. Je hebt een vraag- en een aanbodcurve, samen bepalen die de prijs. Omdat er haast geen nieuwe woningen bijkomen, ligt het aanbod nagenoeg vast. Terwijl de vraag almaar toeneemt. De hypotheekrenteaftrek stimuleert de vraag, waardoor de prijs op de woningmarkt nog verder stijgt. De winst komt terecht bij hen die al een woning bezitten. Je denkt de startende vrager te helpen, maar uiteindelijk subsidieer je de aanbieder.”

Is de DNB-voorman dan niet bang dat, nu het vertrouwen van de burger in de overheid al zwak is, het morrelen aan de toekomstige aftrek van hypotheekrente niet ook het laatste restje goodwill van de staat zal wegnemen? Wellink: „De kwestie van betrouwbaarheid is een fundamentele. Ik denk dat ingrijpen noodzakelijk is, maar dat kan ook zonder dat het vertrouwen wordt aangetast. Hoofdzakelijk door heel lange overgangstermijnen in acht te nemen, zodat het effect voor de huiseigenaren en de woningmarkt zo gering mogelijk is. Geleidelijk afbouwen dus, en wat mij betreft nog compenseren ook. Wanneer je als overheid ruw door de plannen van burgers heenfietst, ben je in mijn ogen onbetrouwbaar.”

Het stelsel van hypotheekrenteaftrek zou volgens Wellink kunnen worden afgebouwd door ofwel de aftrekbaarheid aan banden te leggen, of de tarieven te verlagen. „Oud-minister van Financiën Hofstra riep tientallen jaren geleden al op om de mate van aftrekbaarheid te beperken. Ik geloof dat hij de grens legde bij een lening van zo’n 200.000 gulden. Als we dat toen gedaan hadden, waren er nu geen problemen ontstaan. De laagste inkomens hadden nog gewoon kunnen profiteren, verder was je uit het systeem gegroeid. Veel landen hebben het zo gedaan.”

Wellink noemt de aankoop van een huis „de belangrijkste financiële beslissing in een mensenleven.” Hij snapt dat wie voorstellen doet om op dat vlak een en ander te veranderen wat tegenstand krijgt. „Maar het verweer luidt vaak: „De hypotheekrenteaftrek bestaat al wel honderd jaar. Waarom moet er dan nu opeens iets mee gebeuren? Het heeft toch al die tijd goed gewerkt?” Tegen die mensen wil ik zeggen: de wereld is veranderd.”

Om in de toekomst betrouwbaar te blijven, zou de overheid eens moeten beginnen wat minder te beloven, stelt Wellink. „Dat raakt het meest fundamentele in de sfeer van de publieke financiën. Groot probleem is, en heel Europa kampt hiermee, dat we komen uit een naoorlogse periode waarin de overheid ontzettend veel beloofde. Dat kon destijds ook. Tot in de jaren zeventig hadden we economische groeivoeten van gemiddeld zo’n 5 procent. Nu is dat ondenkbaar. Veel beloften blijken dus onbetaalbaar en we moeten terugkomen op uitspraken in het verleden. Dat neemt vertrouwen weg bij de burger.

Ga dus als overheid wat minder beloven. Geef geen geld uit voordat het binnen is, maar heb weer eens een keer een begrotingsoverschot. Zorg dat je buffers inbouwt binnen je beleid, zodat je niet direct hoeft te snijden als het onverhoopt een keer tegenzit. Kortom: wees voorspelbaar, zodat mensen zich kunnen voorbereiden.”

Wat dat betreft kunnen we een voorbeeld nemen aan de Amerikaanse aanpak bij de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, stelt de centralebankpresident. „Al in 1983 hebben ze daar beslist om in 2003 te starten met het jaarlijks één maand ophogen van de pensioengerechtigde leeftijd. Het is daar helemaal geen issue geweest. Mensen voelden zich niet verraden. In Nederland ging het anders. Burgers die dachten dat ze op hun zestigste met pensioen konden, horen nu plotseling dat ze misschien nog wel een jaar of zeven langer moeten werken.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer