IMF krijgt 25 miljard terug uit Zuid-Amerika
BUENOS AIRES - Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) krijgt later deze maand bijna 25 miljard dollar (16 miljard euro) terug uit Zuid-Amerika. Dit geld was eerder aan Brazilië en Argentinië verstrekt in de vorm van noodkredieten.
Beide landen besloten al hun uitstaande IMF-leningen vervroegd af te lossen. Brazilië betaalt reeds deze week een bedrag van ruim 15 miljard dollar aan het fonds terwijl de regering van Argentinië donderdag aankondigde dat het land op 29 december een som van bijna 10 miljard dollar naar Washington zal overmaken.Beide Zuid Amerikaanse landen spreken hun valutareserves aan voor het maken van de betalingen. Brazilië heeft ongeveer 60 miljard dollar in kas terwijl de Argentijnse centrale bank over iets minder dan 30 miljard dollar beschikt.
De even verrassende als ongewone besluiten van de autoriteiten in Brasilia en Buenos Aires zijn eerder van politieke dan economische betekenis. President Lula da Silva van Brazilië argumenteert dat zijn regering de hulp van het IMF niet langer nodig heeft. Ook de beleidsadviezen van het fonds zijn volgens het staatshoofd overbodig. De Braziliaanse regering ervaart de periodieke inspectie door IMF-economen van de nationale boekhouding bovendien als een inbreuk op de soevereiniteit van het land.
Brazilië en Argentinië willen zich verlossen van verdere bemoeienis door het IMF met het economische reilen en zeilen. De Argentijnse president Kirchner heeft van zijn hekel aan het IMF nooit een geheim gemaakt. Volgens het staatshoofd waren de strenge economische voorschriften van het fonds de belangrijkste oorzaak van de economische depressie die het land in 2002 trof. Verschillende prominente Amerikaanse economen, onder wie Nobelprijswinnaar Joseph Stiglitz, delen deze mening.
Voor president Lula da Silva van Brazilië is het wegsturen van de IMF-economen en inspecteurs een eenvoudige, zij het prijzige manier om zijn door corruptieschandalen aangetaste populariteit iets op de vijzelen.
Het risico dat het beëindigen van de kredietbetrekkingen met het IMF voor Brazilië en Argentinië met zich meebrengt is dat het economisch-financiële beleid in beide landen niet langer het keurmerk van het fonds zal krijgen hetgeen investeerders en beleggers kan afschrikken. Dat risico is minder groot voor Brazilië gezien de indruk dat het land ook zonder aandringen uit Washington een verantwoord fiscaal beleid zal voeren. Maar in Argentinië ligt dat anders. De regering van president Kirchner doet nauwelijks moeite om haar afschuw van het orthodoxere economische gedachtegoed te verbergen.
Op de effectenbeurs van Buenos Aires bleek al meteen dat beleggers weinig heil verwachten van Argentinië dat ontsnapt aan het toezicht van het IMF. De Merval beursindex moest bij een ongehoord hoog volume aan transacties bijna een procent van zijn waarde inleveren terwijl de handelswaarde van de meeste staatsobligaties met 3 procent daalde. Ook de koers van de Argentijnse peso ging zuidwaarts.
Bovendien bestaat de sterke indruk dat de Argentijnse regering alleen tot haar besluit om de IMF-leningen te betalen is gekomen om toch maar vooral niet bij Brazilië achterop te raken. „Er is amper over nagedacht en het was ook voornamelijk een reflexreactie”, zo stelt beleggingsadviseur Rafael Ber. Volgens Ber zal de waarde van de Argentijnse peso verder onder druk komen te staan nu de solide valutareserves, die de koersvastheid van de munt garandeerden, bijna zijn gehalveerd.
President Kirchner en zijn nieuwe minister van Economische Zaken, Felisa Miceli, verklaarden het afgelopen weekeinde bij herhaling dat de risico’s „zeer beperkt” zijn en wezen er op dat de staat volgend jaar financiële meevallers uit een hogere dan verwachte economische groei verwacht van minstens 6 miljard dollar.