De Europese ministerraad vergaderde zaterdagmiddag over de verklaring, die door WTO–directeur Pascal Lamy is opgesteld. Minister Brinkhorst van Economische Zaken zei dat hij binnen de Europese ministerraad het woord onaanvaardbaar op een enkele uitzondering na niet heeft horen vallen. Hij zei teleurgesteld te zijn over de tekst als geheel.In de tekst worden twee mogelijkheden opengehouden voor het beëindigen van de exportsubsidies. De eerste optie is het jaar 2010, wat de ontwikkelingslanden eisen. De tweede optie is vijf jaar, nadat een nieuw handelsverdrag feitelijk in werking was getreden. Dat zou dan ongeveer neer kunnen komen op 2013. Deze laatste formule is voor Nederland, dat een kwart van de subsidies ontvangt, aanvaardbaar, aldus Brinkhorst.

Vooral Frankrijk, dat ongeveer een derde van de exportsubsidies ontvangt, heeft moeite met het jaar 2010. De Europese Commissaris voor Handel Peter Mandelson zei zaterdag dat 2010 niet acceptabel is. In de tekst wordt verder ook gesproken over andere vormen van exportsteun, zoals Amerikaanse exportkredieten en voedselhulp in de vorm van dumping. De Europese Unie vindt het belangrijk dat ook hier een regeling voor komt, omdat landen als de VS anders extra markttoegang krijgen.

De Indiase minister van handel, Kamal Nath, constateerde serieuze tekortkomingen in de ontwerptekst. „Maar we hopen deze vandaag nog te corrigeren", aldus de belangenbehartiger van de zeshonderd miljoen Indiase boeren. Hij doelde daarmee vooral op de kwestie rond de exportsubsidies. De Braziliaanse minister van handel, Celso Amorim, liet weten dat er langzaam vooruitgang wordt geboekt in de onderhandelingen.

Minister Brinkhorst was niet erg ingenomen over onderdelen van de tekst. Daarin wordt bijvoorbeeld wel gesproken over stopzetten van exportsubsidies voor Amerikaans katoen, maar de omstreden binnenlandse steun komt nauwelijks aan bod. Verder is de passage over diensten – een ander belangrijk onderdeel van de onderhandelingen – uitgehold.