Kerk & religie

„In elke godsdienst zit iets goeds”

UTRECHT - Jodendom, christendom en islam: verschillen deze godsdiensten eigenlijk wel zo veel van elkaar? Volgens Marco de Goede van de organisatie Een Ander Joods Geluid niet. „Ze geven allemaal op hun eigen manier zin aan het leven.”

Kerkredactie
16 December 2005 20:00Gewijzigd op 14 November 2020 03:17
UTRECHT – In het Louis Hartlooper Complex in Utrecht had vrijdagmiddag een jongerendebat plaats over religie in de samenleving. „Het is van belang dat jongeren elkaars culturen en achtergronden leren kennen om bestaande vooroordelen door te kunnen prikk
UTRECHT – In het Louis Hartlooper Complex in Utrecht had vrijdagmiddag een jongerendebat plaats over religie in de samenleving. „Het is van belang dat jongeren elkaars culturen en achtergronden leren kennen om bestaande vooroordelen door te kunnen prikk

De Goede was een van de deelnemers aan een jongerendebat over botsende religies, gisteren in Utrecht. Onder leiding van journalist Michael Magielse discussieerde hij met de Iraniër Mehdi Dastani (Universiteit Utrecht), publicist Luc Panhuysen en zo’n zestig jongeren over het samenspel van religie, politiek en cultuur.Het debat was georganiseerd door debatcentrum Tumult en Museum Catharijneconvent, waar momenteel een tentoonstelling over de kruistochten loopt. „Kruistochten waren meer dan christelijke ridders die het bevrijden van Palestina als doel hadden. De kruistochten waren ook een onbedoelde kennismaking van twee culturen. In dit tijdperk van botsende beschavingen is dat een interessante invalshoek”, aldus de organisatoren.

Kruisridders

Magielse: „Zijn mensen als Mohammed B. moderne kruisridders?” Panhuysen vindt van niet. „De kruisridders hadden niet het doel de islam te vernietigen. Ze richtten zich vooral op de heilige plaatsen. Maar Mohammed B. richt zich wél op het in zijn ogen verderfelijke christelijke Westen.”

De Goede: „Hij mocht willen dat hij een kruisridder was. De kruisridders kregen een oproep van de paus om ten strijde te trekken. Mohammed B. heeft nooit zo’n oproep gehad - misschien alleen in zijn hoofd. Hij heeft dus iets heel anders voor ogen dan een kruisridder.”

Debatleider Magielse vraagt zich af of Bush en Bin Laden gewoon niet hetzelfde doen, namelijk „met grote woorden de ander zwartmaken om er zelf beter van te worden.” „Ik wil het idealisme van Bush en Bin Laden niet met elkaar vergelijken”, zegt een jongere. „Bush is meer een populist en heeft minder overtuigingsdrang dan Bin Laden.” Een ander: „De oorlog die Amerika voert, is echt niet alleen politiek. Het gaat ook om de conservatieve christelijke geloofsovertuiging van Bush. En dat is wel degelijk een probleem.”

Een islamitisch meisje denkt dat het Bush niet om godsdienst gaat. „Staat er in de Bijbel dat je een ander een kopje kleiner moet maken? Het gaat hem om macht, niet om religie.”

Vergeving vragen voor gebeurtenissen uit het verleden vinden de meeste jongeren „een goed gebaar.” Een jongen: „Je bent zelf niet verantwoordelijk voor wat er toen gebeurde, maar het is wel een goed gebaar om je excuses aan te bieden. Voor die mensen kan het veel betekenen.”

De Goede: „Excuses, oké. Maar geef je ook compensatie?” Volgens eigen zeggen verloor hij in de Tweede Wereldoorlog zestig familieleden. „De mensen die nu hun excuses aanbieden, zijn vaak niet de mensen die het hebben gedaan. Wat heb je daaraan? Het gaat om de vraag of je bezig wilt zijn met de toekomst of met het verleden. We moeten verder.” Panhuysen: „Je kunt niets meer aan het verleden veranderen, maar je kunt door excuses wel de toekomst sturen.”

Strenggelovig

Dan poneert gespreksleider Magielse een nieuwe stelling: „Religie hoort geen rol in het publieke domein te hebben. Er zouden dus ook geen religieuze scholen moeten bestaan.” Een jongen is het daar volledig mee eens. „We leven in een multiculturele samenleving. Scholen moeten gemengd zijn, dat is beter voor de integratie en voorkomt radicalisering.” Een ander: „Je kunt dan ook van elkaar leren dat er in elke godsdienst iets goeds zit.”

„Er zijn ook strenggelovige christenen”, weet een meisje. „Die voelen zich het best op hun plek in een beschermde omgeving. Die mensen moet je de kans geven daarvoor te kiezen.” Panhuysen: „Dat er bijzondere scholen bestaan, is een uitvloeisel van een lange traditie van tolerantie. Opheffen van die scholen is juist een blijk van intolerantie.”

„Je moet ouders niet het recht geven hun kinderen op te voeden met een kokervisie”, vindt een ander. „Bijzonder onderwijs verbieden dus.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer