GZB luidt noodklok over inkomsten
DRIEBERGEN - De Gereformeerde Zendingsbond (GZB) in de Protestantse Kerk dreigt volgend jaar zo’n 230.000 euro minder te kunnen besteden aan het zendingswerk. „Dat is in vergelijking met dit jaar zo’n 10 procent minder”, aldus B. Stolk, coördinator van de afdeling communicatie en fondsenwerving. „Dat betekent dat er vacatures op het zendingsveld niet opgevuld kunnen worden. Een trieste constatering.”
De GZB heeft in zijn 100-jarige geschiedenis betere tijden gekend. „We hebben al lange tijd het imago dat we geld genoeg hebben”, zegt Stolk. „En dat was meer dan tien jaar geleden misschien inderdaad zo. Toen konden we financiële middelen toevoegen aan de reserves. Maar nu moeten we constateren dat we ook wat die reserves betreft een absoluut minimum hebben bereikt. Een gedegen financieel beleid maakt het, gezien de inkomsten over het lopende jaar, nodig dat we flink gaan snijden. Concreet: plaatsen van predikanten op het zendingsveld die met eindverlof naar Nederland terugkeren, zullen in 2006 niet ingevuld kunnen worden. Het lukt al enige tijd niet meer om een jaarlijkse groei te realiseren van 3,5 procent. Die is nodig om de inflatie en de onvermijdelijke kostenstijgingen het hoofd te kunnen bieden. En dan hebben we het nog maar helemaal niet over uitbreiding van het werk.”De fondsenwerver van de zendingsorganisatie legt er de vinger bij dat de zending soms niet echt leeft in de gemeenten. „We moeten veel moeite doen om duidelijk te maken dat zendingswerk een unieke verantwoordelijkheid is van de kerk. Het gaat immers om het heil van mensen. Het is een voorrecht voor gemeenten om hierbij betrokken te zijn. Natuurlijk zijn heel veel andere doelen ook belangrijk, maar zendingswerk is voor de kerk een concrete invulling van de opdracht van de Heere Jezus dat we uit moeten gaan in de wereld om van Hem te getuigen. Dat is geen hobby, dat is noodzaak.”
In hoeverre heeft de scheuring in hervormde gemeenten, in 2004, invloed op de teruglopende inkomsten van de GZB?
„Die invloed is er. We zullen begin 2006, als de balans over 2005 wordt opgemaakt, weten hoe groot het effect exact is. Feit is dat de meeste gemeenten die nu bij de Hersteld Hervormde Kerk horen de band met de GZB hebben doorgesneden. Ook zijn er ongeveer 1000 individuele leden die sinds de scheuring onze organisatie niet meer steunen. Dat vertaalt zich door naar de inkomsten en het is erg pijnlijk om dat te moeten constateren. De GZB is in de afgelopen jaren wat het beleid betreft niets veranderd. We hebben het werk op dezelfde wijze voortgezet. In feite moeten we nu de conclusie trekken dat we door interne kerkelijke ontwikkelingen, die op zich heel verdrietig zijn, minder mogelijkheden hebben om mensen buiten onze grenzen te vertellen van het Evangelie. Dat gaat ver.”
U noemt de GZB een kerkelijke zendingsorganisatie. Het ligt voor de hand dat gemeenten van een ander kerkverband zich niet betrokken voelen bij een organisatie die voornamelijk werkt namens gemeenten in de Protestantse Kerk.
„Dat realiseren we ons. Toch doet het verdriet als je ziet dat mensen en gemeenten die jarenlang het werk van de GZB mogelijk maakten dit nu niet meer doen als gevolg van kerkelijke verwikkelingen. In de Nederlandse Hervormde Kerk wilden we altijd een organisatie zijn voor gemeenten in de breedte van de kerk. Dat betekende dat ook sommige confessionele gemeenten ons steunden en steunen. Aan de andere kant waren er ook gemeenten ter rechterzijde in de kerk die ons niet steunden. Ik zou gemeenten die ons als gevolg van de kerkelijke breuk nu niet meer steunen toch de vraag willen voorleggen of we het zendingswerk de prijs mogen laten betalen van onze kerkelijke verschillen. Daarmee verwijt ik hersteld hervormde gemeenten niets. Ik besef de pijn, die ervaren wij ook. Maar ik weet ook dat we met elkaar toch dezelfde roeping hebben, namelijk mensen te vertellen van de enige Naam die er onder de hemel gegeven is tot zaligheid. Daarbij moet ik ook zeggen dat er gemeenten zijn in de HHK die wel zijn blijven collecteren voor de GZB. Daar zijn we dankbaar voor.”
Is er voor de GZB een mogelijkheid uit de financiële problemen te komen?
„Als de hervormde gemeenten in de PKN zouden doen wat wij vragen, namelijk vier zondagen per jaar collecteren voor het zendingswerk, dan zou er heel veel gewonnen zijn. Er is zo veel wat de aandacht van mensen en gemeenten vraagt dat het zendingswerk soms wat in de verdrukking komt. Dat is ook een geestelijk probleem. Het gaat niet alleen om geld. Juist ook het gebed, het meeleven met onze zendingsmedewerkers is zo ontzettend belangrijk.
Daarnaast zijn er ook gemeenten in de Protestantse Kerk die aangesloten zijn bij het Confessioneel Gereformeerd Beraad die overwegen het werk van de GZB te gaan steunen, omdat ze zich kunnen vinden in ons beleid. Ook dat is verheugend. Het gaat uiteindelijk om het doel: de verbreiding van het Evangelie. Verder krijgen alle leden morgen een brief in de bus waarin we hen deelgenoot maken van onze zorgen. En we hopen dan echt dat mensen bijvoorbeeld bij het overmaken van hun contributie zich zullen realiseren hoe belangrijk het zendingswerk is. We hebben veel trouwe donateurs op wie we niet snel vergeefs een beroep doen.”