Britten trekken EU-handelscijfers naar beneden
Groot-Brittannië blijft de grootste verantwoordelijke voor het handelstekort van de Europese Unie. Het tekort van de totale EU daalde in april wel tot 4,5 miljard euro, in vergelijking met 8,5 miljard euro in dezelfde maand van 2001.
De twaalf eurolanden, waar Groot-Brittannië niet toe behoort, boekten volgens eerste cijfers van Eurostat, het Europees bureau voor de statistiek in Luxemburg, in april een overschot van 3,1 miljard euro, tegenover een tekort van 0,4 miljard euro in dezelfde periode vorig jaar. Het traditionele Britse tekort op de handelsbalans blijft daardoor de hoofdverantwoordelijke voor de negatieve cijfers van de EU-vijftien.
In de eerste drie maanden van dit jaar ging het Britse tekort wel met ruim 6 procent naar beneden van minus 16,2 miljard euro in het eerste kwartaal van 2001 tot een negatieve balans van 15,2 miljard euro van januari tot en met maart 2002.
Het totale Nederlandse overschot op de handelsbalans daalde licht van 5,7 miljard euro in het eerste kwartaal van 2001 tot 5,3 miljard euro dit jaar. Cijfers per land over april zijn nog niet beschikbaar. Ondanks de relatief zwakke economie boekte Duitsland in dezelfde periode een opmerkelijke stijging van het handelsoverschot van 19,8 miljard euro tot 31,8 miljard euro.