Motie van wantrouwen tegen vice-premier Freya van den Bossche
BRUSSEL (ANP/BELGA) – De oppositie in de Belgische Kamer van Volksvertegenwoordigers en Senaat heeft donderdag een motie van wantrouwen ingediend tegen de Belgische vice–premier Freya Van den Bossche.
De christendemocratische partij CD&V, het Vlaams Belang en de N–VA pikken het niet dat Van den Bossche de Nederlandse ministers stijf en kleinburgerlijk heeft genoemd en grapjes maakt over hun uiterlijk.
De motie was ingediend door CD&V–fractieleider Pieter de Crem. Hij noemde Van den Bossche lichtzinnig en onbekwaam. „Uw collega’s kunnen enkel hopen dat u zo snel mogelijk verdwijnt op het departement. U richt enkel schade aan. Dit is een echte schande. Een klein land als het onze kan dit niet verdragen.”
De Crem stelde dat haar opmerkingen grote gevolgen hebben voor de relatie met Nederland en voor onderhandelingen over de spoorlijn IJzeren Rijn en het kanaal Gent–Terneuzen.
Van den Bossche bood in de Kamer opnieuw haar excuses aan. „Ik ben fout geweest en het zal nooit meer gebeuren”, zei ze. De 30–jarige socialiste herhaalde daarna wel dat Nederland verkeerd bezuinigt. „Mensen vallen uit de boot, daalt de consumptie en economische groei en is er minder werk. België gaat daar anders mee om.” Van den Bossche voegde er wel aan toe dat ze deze analyse niet had mogen koppelen met commentaar op de beleidsmakers.
Voor leider Gerolf Annemans van het Vlaams Belang getuigen de uitspraken van Van den Bossche van „arrogantie, overmoed en onbeschoftheid”. Hij riep haar op zich minder bezig te houden met haar ‘babe–gehalte’.
Leider Bourgeois van de Vlaams–nationalistische N–VA noemt Van den Bossche een ’gehyped product’. Hij voelt zich erg ongemakkelijk met haar kritiek, omdat hij probeert als buitenlandminister van Vlaanderen juist de banden met Nederland te versterken. „Je zult maar net op het punt staan vier Schelde–verdragen te tekenen. Je zult maar net gaan onderhandelen over een nieuw Benelux–verdrag.”