Volgens de voorzitter is dat aandeel in Nederland nog lang niet zo hoog als in de ons omringende landen. In Duitsland heeft het huismerk een aandeel van 35 procent en in het Verenigd Koninkrijk is dat 40 procent.Slachtoffers van deze ontwikkeling zijn de fabrikanten van A–merken die hun omzet al een tijd zien dalen. Van den Doel noemde levensmiddelenfabrikanten „klagers", die hun tijd beter kunnen besteden aan het ontwikkelen van nieuwe producten. „Veel fabrikanten hebben het de laatste tijd flink laten afweten als het gaat om innovatie. Ze zijn een beetje lui geworden. Laat ze minder klagen en aan het werk gaan".

Van den Doel vindt dat de levensmiddelenfabrikanten het „uit handen hebben laten lopen". „Ze innoveren minder en zeggen dat er geen budgetten meer zijn. Ze roepen dat ze langzaam worden uitgeknepen. Ook termen als ’eenzijdig geweld’ gebruiken ze. Dergelijke kreten horen niet in onze branche thuis. Zo praat je niet over je klanten."

De CBL–voorman voorziet geen verdere prijsdalingen meer. „Er zijn geluiden dat de bodem bereikt is. Logischerwijs zijn de grote klappen al geweest. De supermarkten zijn de afgelopen jaren afgeslankt en gezond om verder te kunnen gaan. Na een daling van de totale omzet in 2004 en een gelijkblijvende in 2005 verwachten we volgend jaar een groei van 1 procent tot ruim 26 miljard euro".

Niet alleen de levensmiddelenfabrikanten kregen er van langs. Het CBL maakt zich ook zorgen over de administratieve lastendruk. Zo komt er de nieuwe wet luchtkwaliteit. „Omdat veel gemeenten een meting gaan uitvoeren worden er opeens geen vergunningen meer verleend voor verbouwingen. Er zou te veel Saharazand of zeezout in de lucht zitten waardoor de norm voor fijnstof overschreden wordt. Je vraagt je toch af wat voor mensen het zijn die daar op het gemeentehuis van die regeltjes bedenken."