Cellencomplex Schiphol onveilig
HAARLEMMERMEER - Het cellencomplex op Schiphol-Oost voldeed ten tijde van de brand op 26 oktober niet aan de bouwvoorschriften en beveiligingsconcepten.
Dat concluderen oud-commissaris van de Koningin in Overijssel mr. J. A. M. Hendrikx en commandant van de regionale hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond J. D. Berghuijs in een donderdag verschenen rapport.Het rapport benadrukt echter dat pas „met de wetenschap achteraf” van tekortkomingen kan worden gesproken. In het algemeen hebben de gemeente en de brandweer volgens de commissie „in alle redelijkheid” gedaan wat van hen mag worden verwacht.
Hendrikx en Berghuijs vormden samen de onafhankelijke commissie gemeentelijke verantwoordelijkheden cellenbrand Schiphol. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer stelde deze commissie in op 10 november, om na te gaan of de gemeente tekort was geschoten in het voorkomen van de brand.
Een van de tekortkomingen die de commissie constateert, is dat de gemeente te veel naar de letter van de wet heeft gehandeld. Daardoor was slechts een minimaal niveau van brandveiligheid gewaarborgd en werden de gebruiker geen aanvullende veiligheidseisen opgelegd.
De onderzoekers constateren verder dat de gemeente met instemming van de brandweer heeft afgezien van een sprinklerinstallatie, omdat deze slechts geschikt zou zijn voor het bestrijden van een brand in de loze ruimte van het cellencomplex. Het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) had echter op installatie van zo’n sprinklerinstallatie aangedrongen, om te voorkomen dat een brand die elders in het cellencomplex zou ontstaan, naar deze loze ruimten zou overslaan.
De brandbestrijdingsinstallatie waar de gemeente uiteindelijk voor koos, is volgens de onderzoekers „meer een cosmetische dan een feitelijk effectieve oplossing.”
Forse kritiek heeft de commissie op de toestemming van de gemeente dat branden als eerste werden doorgegeven aan het regiecentrum op Schiphol. Deze toestemming is in strijd met een advies van het Nibra dat elke brand rechtstreeks bij de regionale alarmcentrale van de brandweer moet worden gemeld.
Gezien het grote aantal loze meldingen noemt de commissie de keuze voor deze vertraagde doormelding niet onbegrijpelijk. „Tegelijk moet worden vastgesteld dat hierdoor onder omstandigheden kostbare minuten verloren kunnen gaan”, aldus het rapport.
De commissie betreurt het dat het ministerie van Justitie en de gemeente Haarlemmermeer elkaar na de brand in de haren vlogen over de vraag of het cellencomplex al dan niet moest worden ontruimd. Juist omdat er sprake is van een gezamenlijke verantwoordelijkheid liggen coördinatie en gemeenschappelijk overleg tussen twee overheden voor de hand, stellen de onderzoekers vast.
Het rapport noemt het invoeren van directe alarmering, verbeterde aandacht voor de toegankelijkheid en het vaker oefenen van ontruimingsplannen als voorwaarden voor een verder gebruik van cellencomplexen als die op Schiphol.