Iran belangrijke partner voor Rusland
DEN HAAG - Het geduld van de wereld met de Iran raakt op. Stelselmatig weigert de islamitische republiek opening van zaken te geven inzake zijn nucleair programma. Steeds luider wordt de roep om ingrijpen van de VN-Veiligheidsraad. Merkwaardig genoeg krijgt Iran steun van een land dat zelf genoeg heeft te stellen met de radicale islam: Rusland.
Met enige regelmaat haalt Moskou zich de toorn van de internationale gemeenschap op de hals vanwege de samenwerking met Iran. Zo ook begin deze maand toen bekend werd dat Rusland het bewind in Teheran -dat alom wordt gezien als een sponsor van het internationaal terrorisme- dertig luchtdoelraketten zou gaan leveren. Met de overeenkomst is een bedrag van 850 miljoen euro gemoeid. Bovendien gaat Rusland volgens het Russische persbureau Interfax de luchtmacht van Iran helpen moderniseren.Met name de Verenigde Staten en Israël zijn laaiend. Hun woede komt boven op de ergernis over het feit dat Russische atoomgeleerden de Iraniërs helpen bij de bouw van een kerncentrale in Busher. Rusland vormt de drijvende kracht achter het nucleaire programma van Iran. De mededeling uit Moskou en Teheran dat dit programma slechts vreedzame doeleinden dient, kan de onrust bij de internationale gemeenschap bepaald niet wegnemen. Gevreesd wordt dat Iran binnen afzienbare tijd over een eigen kernwapen zal beschikken.
Dat Moskou de internationale gemeenschap herhaaldelijk bruuskeert, heeft een aantal oorzaken zegt luitenant-kolonel van de Koninklijke Luchtmacht, dr. Marcel de Haas, verbonden aan het Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael in Den Haag. „Allereerst is de militaire steun aan Iran niet van donderdag of woensdag. Naast China en India is Iran in de regio al jaren lang een grote afnemer van Russische wapens.”
Daarbij zijn Russische politici vaak erg legalistisch ingesteld. „Ze zoeken in alles een juridische grondslag. Hun redenering is dat ze rustig wapens kunnen leveren, omdat er nu eenmaal geen VN-wapenboycot is die dat verbiedt.”
Rusland heeft veel baat bij de samenwerking met Iran, vervolgt de Ruslanddeskundige en veiligheidsexpert van Clingendael. „De verkoop van onderdelen voor de kerncentrale in Busher levert niet alleen veel geld op, maar is ook van belang voor de ontwikkeling van de nucleaire industrie. Om het niveau van onderzoek en ontwikkeling op peil te houden, is het immers noodzakelijk dat je actief blijft.”
Bovendien levert het werkgelegenheid op voor de talrijke Russische kerngeleerden, van wie velen na de ineenstorting van de Sovjet-Unie werkloos werden. Bijkomend voordeel is dat ze beschikbaar blijven voor Rusland en niet uitwijken naar een ’concurrent’ als de Verenigde Staten.
„Voor de wapenleveranties geldt hetzelfde”, aldus de medewerker van Clingendael. „Omdat het Russische leger zelf maar heel weinig materieel afneemt van de eigen wapenindustrie, moeten de Russen ten behoeve van de eigen ”research and development” wapens blijven verkopen aan het buitenland.”
Naast economische motieven zijn er voor het Kremlin ook geopolitieke redenen om Iran te steunen. De Haas: „Iran ligt ten zuiden van de Kaukasus, een gebied dat de Russen zien als hun invloedssfeer. Moskou is er dus alles aan gelegen om Iran te vriend te houden. Zeker nu de Amerikanen -die in Teheran graag een hun welgevallig regime zouden zien- in buurland Irak actief zijn.”
Het geopolitieke motief houdt nauw verband met een geostrategische overweging, die onder meer zichtbaar wordt in de samenwerking in de Shanghai Cooperation Organisation (SCO). Deze internationale organisatie -waarin Rusland, China, Kazachstan, Oezbekistan, Tadzjikistan en Kirgizië met elkaar samenwerken- probeert zich vooral sinds de laatste top, in juli van dit jaar, als een soort machtsblok tegenover het Westen te presenteren. Opvallend is dat sinds de top, naast Mongolië, India en Pakistan, ook Iran is toegelaten als waarnemer.
De groeiende samenwerking tussen Rusland en Iran is op zijn minst merkwaardig te noemen, gezien de strijd die Rusland zelf voert tegen het islamitisch terrorisme, niet alleen in het noorden van de Kaukasus (Tsjetsjenië) maar ook in Centraal-Azië. De Haas erkent die tegenstrijdigheid. „Ik verwacht dan ook dat de SCO op termijn uit elkaar zal vallen vanwege de tegenstrijdige belangen. Niet alleen voor Rusland maar ook voor de Centraal-Aziatische republieken vormt het islamitisch terrorisme de grootste vijand.”
Niettemin past de Iranpolitiek van de Russische regering uitstekend in het dualistische buitenlandbeleid dat Moskou sinds het einde van de Sovjet-Unie voert. „Aan de ene kant wil het Kremlin vriendschappelijke betrekkingen met het Westen en erkent het dat het in een post-Koude Oorlogsituatie zit, waarbij Rusland geen supermacht meer is maar een regionale grootmacht; aan de andere kant voert Rusland een assertief beleid tegen het Westen en zoekt het toenadering tot het Westen niet-welgevallige landen zoals China en Iran”, constateert De Haas.