Cultuur & boeken

Vangen, kaken en emmeren op de Wiron

De veiling van het eerste haringvaatje in de Scheveningse haven is een traditie. Vanaf dat moment is de Hollandse nieuwe overal verkrijgbaar en kan het haring happen beginnen. De haringvisserij, ooit een bron van nationale trots, dreigt echter te verdwijnen. Slechts drie haringschepen varen nog onder de Nederlandse vlag.

Frank van de Beek
14 December 2005 08:25Gewijzigd op 14 November 2020 03:17

Haring zorgt voor brood op de plank van veel visverkopers. De Hollandse nieuwe levert in het voorjaar een belangrijke omzetimpuls. Met advertentiecampagnes probeert het Nederlands Visbureau alle Nederlanders erop attent te maken dat de haring weer in het land is. De veiling van het eerste vaatje vormt het startschot voor de landelijke verkoop.Ondanks de populariteit van de vissoort is het met de Nederlandse haringvisserij slecht gesteld. Slechts een paar schepen vissen onder de Nederlandse vlag op haring. Om die reden is ”De laatste haringvissers van Nederland” een triest boek. Schrijver Louis de Jonge voer mee met de Wiron I van schipper Floor Kuijt. Hij beschrijft de complete reis en wisselt zijn relaas af met historische passages. Als een rode draad loopt de teloorgang van de haringvisserij door het boek heen.

De lezer komt veel te weten over de maatjesharing. Zo mag niet iedere haring Hollandse nieuwe worden genoemd. De vis moet direct na de vangst op het schip worden gekaakt, oftewel schoongemaakt, en gezouten. Niet alle ingewanden worden verwijderd. De alvleesklier blijft zitten. De enzymen van deze klier zorgen voor rijping van het vlees. Hierdoor ontstaat de typische haringsmaak en -geur. De haringen verdwijnen uiteindelijk in emmertjes en worden ingevroren.

Bij schipper Kuijt is de spanning tussen economie en ecologie voelbaar. „Vis is kapitaal. De rente kan opgevist worden en het basiskapitaal moet in zee blijven voor de rente van volgend jaar.” De schrijver is erin geslaagd om die spanning ook over te brengen bij de lezer, zonder duidelijk partij te kiezen voor bioloog of visser.

Na topvangsten in de jaren vijftig, daalden de visbestanden sterk. Onder druk van biologen ging de Noordzee in 1977 voor een paar jaar op slot. Het hele haringbedrijf zakte als een plumpudding in elkaar. Inmiddels zwemt er weer voldoende haring in de Noordzee en zijn de quota stabiel. Nu staat de prijsvorming een gezonde bedrijfsvoering echter in de weg.

Het boek eindigt dan ook in mineur. De vissers zullen niet verbaasd zijn als de reders zeggen: „Laat die maatjes maar zwemmen.”

N.a.v. ”De laatste haringvissers van Nederland”, door Louis de Jonge; uitg. Balans Amsterdam, 2005; ISBN 90 5018 665 3; 255 blz.; € 17,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer