Rijke landen praten over hulp aan arme landen
HONGKONG (ANP) – Op de eerste dag van de handelsconferentie in Hongkong gaat de aandacht onder meer uit naar hulp aan arme landen om zo hun handel te bevorderen. De belangrijkste deelnemers van de conferentie proberen op een lijn te komen over dit zogeheten ontwikkelingspakket.
Centraal in de onderhandelingen over een vrijere wereldhandel (beter bekend als de Doha–ronde) staat het wegnemen van handelsbelemmeringen op het gebied van landbouw, industrie en diensten. Maar in de aanloop naar de bijeenkomst in Hongkong bleek al dat een definitief akkoord hierover nog ver weg is en zeker deze week niet zal worden bereikt. Directeur Pascal Lamy verklaarde maandag dat de besprekingen stap voor stap zullen worden gevoerd. De hoop in Hongkong is dat Doha–ronde eind volgend jaar uitmondt in een akkoord.Het ontwikkelingspakket kan worden gezien een teken van goede wil naar de arme landen, die het meeste zouden moeten profiteren van een vrijere wereldhandel. De Europese Unie lijkt een voorhoederol te spelen in het ontwikkelingspakket. Nu al mogen de armste landen onbeperkt hun goederen (uitgezonderd wapens) naar de EU exporteren en de Unie hoopt dat andere rijke landen het voorbeeld van de Unie gaan volgen. Canada en Australië doen al mee, maar de Verenigde Staten zijn er nooit voorstander van geweest. Vooral de onbelemmerde invoer van textiel ligt gevoelig.
Een ander onderdeel van het ontwikkelingspakket is katoen, dat vooral voor Afrikaanse landen een belangrijk exportproduct is. Hun handel wordt nu belemmerd door subsidies die Amerikaanse katoenboeren krijgen. In een handelsgeschil met Brazilië dat voor de WTO werd uitgevochten werden de VS in het ongelijk gesteld. De WTO bepaalde dat de katoensubsidies in strijd zijn met al bestaande handelsafspraken. Katoen valt binnen de WTO–onderhandelingen eigenlijk onder het landbouwdossier, maar heeft wel een aparte status. Katoen was ook bij de vorige WTO–conferentie in Mexico een heikele kwestie.
Ook hulp bij de aanleg van wegen en marketing zou wat de EU betreft onderdeel van het ontwikkelingspakket moeten zijn. De EU besloot maandag hiervoor 2 miljard euro per jaar beschikbaar te stellen.
De vraag is of het ontwikkelingspakket uiteindelijk echt iets gaat betekenen voor de arme landen. Volgens de Nederlandse ontwikkelingsorganisatie Novib mag het nooit in de plaats komen van eerlijke handel. „Het mag geen vijgeblad worden", aldus Marita Hutjes van Novib. „Het vormt niet de grote bulk, maar je helpt de ontwikkelingslanden wel".