De provincie vindt ook dat de oefening had moeten worden afgemaakt. In werkelijkheid werd deze vier uur voor het einde afgebroken. Hierdoor kon alleen de crisissituatie worden getraind, maar niet wat moet gebeuren wanneer het daadwerkelijk tot een uitstoot van kernenergie komt. De provincie had dit graag nog geoefend.Tijdens de rampenoefening was bovendien niet duidelijk wanneer de landelijke overheid de coördinatie overnam van de provincie. Hierdoor ontstonden twee informatiestromen.

Gedeputeerde Staten van Zeeland willen bij kernongevallenbestrijding zelf de coördinerende rol, zoals gebruikelijk bij rampen, en niet de minister van Binnenlandse Zaken. Die zou alleen een sturende rol op zich moeten nemen, ook bij kernrampen.