Gesprekken over online fatsoen, opleiding van leraren en meer praten met ouders zijn de meest genoemde ideeën, bleek dinsdag uit onderzoek in opdracht van KPN.Het is voor het eerst dat is onderzocht welke internetbegeleiding scholen verzorgen en dat leerlingen is gevraagd wat beter kan. Vooral op de basisschool bestaat de behoefte meer te leren over internet. Het gaat dan om het bouwen van een internetpagina, het bewerken van foto’s en het zoeken van informatie.

Voorlichting over online veiligheid is nog geen structureel onderdeel van de lessen. Ongeveer een derde van alle onderwijzers (basisschool en middelbare school) neemt haar op in hun lesprogramma, maar vrijwel allemaal vinden ze haar primair een taak voor de ouders.

De meesten van de 1107 ondervraagde leerkrachten vinden van zichzelf dat ze genoeg kennis hebben over internet om hun leerlingen optimaal te begeleiden. Ze vinden het wel lastig om vervelende ervaringen bespreekbaar te maken of om te gaan met pesterijen via msn. Dat zijn de risico’s waar leraren het meest bezorgd over zijn.

„Het onderzoek toont aan dat de begeleiding van leerlingen tijdens het internetten beter kan”, verklaarde Ad Scheepbouwer, voorzitter van de raad van bestuur van KPN, dinsdag bij de presentatie van de onderzoeksresultaten in Noordwijk.

KPN gaat een aantal projecten uitvoeren om het verantwoord gebruik van internet te stimuleren. Het gaat onder meer om een lespakket dat is ontwikkeld in samenwerking met het Korps landelijke politiediensten (KLPD) en een voorlichtingscampagne voor jongeren over seks en internet. Het telecomconcern verspreidt onder alle 8800 scholen een gratis exemplaar van het boek Mijn Leerling Online.