Magere oogst in vijfde dag proces Hofstadgroep
AMSTERDAM (ANP) – Een ontkennende getuige en een ontkennende verdachte. Dat was de oogst van dag vijf van het proces rond de veertien verdachten van het vermeende terreurnetwerk de Hofstadgroep. Centraal stonden de twee mannen die vorig jaar november na een urenlange belegering werden aangehouden in een woning in het Haagse Laakkwartier.
Zo herhaalde de 28–jarige Saleh B. maandag in het extra beveiligde gerechtsgebouw in Amsterdam–Osdorp zijn verklaring dat hij niet de leverancier is geweest van vier handgranaten aan Jason W. B. had die aantijging al eerder bij de rechter–commissaris als onwaar van de hand gewezen.W. gebruikte een van de vier granaten tegen de politie, op 10 november 2004 toen de politie hem en zijn huisgenoot en medeverdachte Ismail A. wilde arresteren in W.’s woning in de Haagse Antheunisstraat. Toen het arrestatieteam zijn voordeur had ingeramd, gooide W. een granaat naar buiten. Een aantal agenten raakte gewond, van wie twee ernstig. De rechtbank luisterde maandag naar geluidsopnamen van dit heftige incident.
De 23–jarige A. ontkende de aantijgingen van het openbaar ministerie. Hij wilde geen vragen van de rechtbank beantwoorden. „Ik hoef geen verantwoording af te leggen over wat ik lees, denk en geloof". Ook zei A. nooit met W. te hebben gesproken over het gooien van een handgranaat. De rechtbank handelde zijn zaak in een paar uur af. Volgens advocaat R. van der Horst heeft het OM weinig tegen zijn cliënt, eigenlijk alleen maar de geluidsopnamen uit de woning aan de Antheunisstraat, via afluisterapparatuur van de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst.
De rechtbank begon de dag met het restant van de zaak tegen de 20–jarige Jason W… Hij beweerde dat Saleh B. hem een plastic tasje met daarin de vier granaten in bewaring had gegeven. B. ontkent niet een of twee keer in de woning in de Antheunisstraat te zijn geweest, wel dat hij het wapentuig heeft verstrekt. Ter zitting zei hij dat W. de beschuldiging in zijn gezicht moest herhalen. „Waarom lieg je nu?" vroeg Jason W. hem daarop verbeten. Recent DNA–onderzoek werkt in het voordeel van B. Op de granaten zijn geen sporen van hem gevonden.
B. ontkent eveneens dat hij in het kader van de zaak tegen de Hofstadgroep is opgetreden als informant van de AIVD. Wel zei hij in 2002 benaderd te zijn door de dienst. „Ik zei dat ze niet veel aan mij zouden hebben", aldus B. Het contact met de dienst kwam vervolgens ten einde.
B. werd op 28 oktober gearresteerd, op verdenking van onder meer deelname aan een terreurorganisatie. Ook de levering van de handgranaten maakt deel uit van die zaak. De rechtbank beslist dinsdag over verlenging van zijn voorarrest.
Het OM verwees verder nog naar de computer van Jason W. Daarop zijn teksten gevonden met veel praktische informatie over het gebruik van explosieven en wapens en hoe je iemand de keel moet doorsnijden. W. vertelde niet alles te kennen en de herkomst niet te weten, omdat vele personen gebruikmaakten van zijn computer en een aantal teksten in het Arabisch was opgesteld, een taal die hij niet kon lezen. Volgens het OM heeft W. een paar documenten zelf opgesteld of vertaald, maar daar weigerde hij iets over te zeggen.
Het OM maakt op 13 januari de strafeis tegen alle verdachten bekend. Het proces gaat dinsdag verder met verdachte Zakaria T.