Dat bleek maandagmorgen bij de voortzetting van het proces tegen W., vermeend kopstuk van de Hofstadgroep. De brief is gedateerd 7 november 2004, dus enkele dagen na de moord op Theo van Gogh.In de brief wordt Mohammed B. aangeduid als „weledele broeder”, die een „beruchte vijand” van de islam heeft gedood. Het epistel bevat een zin in de trant van: „Waarlijk, met zijn grote daad heeft hij een vijand van de islam gedood.”

De schrijver ervan hoopt dat Allah de straf voor Van Gogh tot in eeuwigheid zal vermeerderen. De briefschrijver hoopt dat er binnen de islamitische gemeenschap „nog zulke” broeders zullen opstaan en dreigt met een „terreur tegen ongelovigen.”

Volgens het openbaar ministerie vormt de brief aan Mohammed B. een „samenvatting” van het gedachtegoed van Jason W., die vorig jaar november met een handgranaat vier leden van een arrestatieteam verwondde.

W. wilde maandagmorgen niet zeggen van wiens hand de brief is. Afgelopen vrijdag beweerde hij dat hij het niet eens was met de moord op Van Gogh.

Opvallend is dat zowel in de brief aan B. als in een brief die tijdens de belegering van Jasons woning is geschreven de term „Romeinse honden” voorkomt. Volgens Jason W. slaat dat op minister Zalm, die daags na de moord op Van Gogh „de oorlog aan de moslims heeft verklaard.”

Ook maandagmorgen leek het erop dat Jason W. extremistische uitspraken probeerde af te zwakken. Hij bestreed de gedachte dat extremistische moslims ten strijde trekken tegen alle democratieën.