Biolandbouw klein maar groeiend
VOORBURG - De biologische landbouw speelt in Nederland nog een kleine rol in vergelijking met de ’gewone’ landbouw. Wel groeit de biologische veeteelt en akker- en tuinbouw in omvang.
Vorig jaar was die groei nog 6 procent, bleek maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.De afgelopen zes jaar is de hoeveelheid land waar biologische landbouw wordt bedreven in Nederland verdubbeld naar 39.700 hectare (2004) of 2 procent van het totaal. Dat oppervlak is vergelijkbaar met de hoeveelheid landbouwgrond in de gehele Noordoostpolder. De groei blijft ver achter bij de doelstellingen van het ministerie van Landbouw, dat streeft naar biologische teelt op 10 procent van de landbouwgronden in 2010.
Het aantal biologische boerenbedrijven groeit minder hard dan het oppervlak. Vorig jaar telde Nederland 1201 bioboerderijen, zestien meer dan in 2003. Deze groei, hoe klein ook, gaat tegen de algemene trend in, constateren de CBS-onderzoekers. Het aantal agrarische bedrijven krimpt immers jaarlijks in Nederland met 4 procent.
Ruim de helft van de biologische grond bestaat uit grasland. Op 7 procent telen tuinders hun groenten en op 41 procent staan akkerbouwgewassen. De biologische akkerbouw verschilt van de gewone wat betreft de geteelde gewassen. Waar de gangbare landbouw veelal suikerbieten, wintertarwe, aardappelen en snijmaïs verbouwt, kiezen de biologische boeren meer voor bijvoorbeeld haver, rogge, zomertarwe en uien.