China geeft doden dorpsbewoners toe
PEKING (AP) - De commandant van de politietroepen die dinsdag in een dorp in het zuiden van China het vuur openden op demonstranten, is in hechtenis genomen. Dat heeft het bestuur van de provincie Guangdong, waar het dorp ligt, zondag bekendgemaakt.
Een dag eerder hadden de autoriteiten toegegeven dat de oproerpolitie in het dorp Dongzhou in de provincie Guangdong op betogers had geschoten. Gezegd werd toen dat de politie niet anders kon, omdat zij door een opgehitste menigte werd belaagd.In een zondag door het provinciebestuur uitgegeven verklaring kreeg de politiecommandant echter de schuld van de gebeurtenissen. De arrestatie van de commandant, hoogst ongebruikelijk in China, leek in elk geval deels bedoeld om de gemoederen in het dorp tot bedaren te brengen.
Volgens het staatspersbureau Xinhua vielen er dinsdag drie doden en acht gewonden, maar inwoners van Dongzhou zeggen dat de politie mogelijk wel twintig demonstranten doodschoot.
Mensenrechtenorganisaties en getuigen hadden het nieuws over de gebeurtenissen in Dongzhou vrijdag al naar buiten gebracht. Gezegd werd dat de politie het vuur had geopend op duizenden mensen die de straat op waren gegaan omdat ze vinden dat ze te weinig geld krijgen voor het land dat ze hebben moeten afstaan voor de bouw van een energiecentrale. Volgens getuigen ging het schieten wel twaalf uur door.
Xinhua meldde zaterdag dat de demonstranten, „opgehitst door een paar onruststokers”, de politie hadden aangevallen met messen, speren, stokken, dynamiet, benzinebommen en ontstekers. De politie wist de menigte eerst nog met traangas uiteen te drijven, maar toen de betogers zich hergroepeerden en in het donker opnieuw aanvielen, moesten de agenten schieten, aldus Xinhua.
Zondag heette het dat de gebeurtenissen te wijten waren aan de verkeerde handelwijze van de politiecommandant. Dit werd niet nader toegelicht.
Ook zondag heerste er in Dongzhou, dat na dinsdag door de politie van de buitenwereld werd afgesloten, nog een gespannen sfeer. Er was zeker honderd man oproerpolitie op de been en auto’s werden gecontroleerd bij wegversperringen.
De krant South China Morning Post in Hongkong berichtte dat de autoriteiten sporen van het bloedbad probeerden uit te wissen door nabestaanden geld aan te bieden. „Ze boden ons een bedrag aan, maar dan moesten we het stoffelijk overschot afgeven”, citeerde de krant een familielid van een doodgeschoten dorpsbewoner. Politieagenten waren met foto’s van dorpelingen op zoek naar de aanstichters van het protest, schreef de krant.
Op het Chinese platteland doen zich steeds vaker conflicten voor naar aanleiding van landonteigeningen voor projecten die zijn bedoeld om de welvaart te verspreiden over het arme deel van de bevolking, dat voornamelijk in de provincie woont. Vaak profiteert de plattelandsbevolking echter nauwelijks van die projecten, waarvoor ze wel land heeft moeten afstaan. De Chinese overheid heeft het afgelopen jaar meer dan 70.000 gevallen van onrust in de provincie geteld.