Bierliefhebbers, dorpelingen en werknemers vinden het een schande dat eigenaar InBev het brouwen van het zoete witbier overbrengt van het dorp Hoegaarden, ten oosten van Leuven, naar Jupille, bij Luik. Alleen het vullen van de flessen zou in Hoegaarden blijven gebeuren, onder meer als attractie voor toeristen. „Zijn ze zat geworden?” stond te lezen op spandoeken tijdens de betoging, die het gemeentebestuur had georganiseerd.Het protest tegen de overbrenging van de productie naar Jupille groeide de afgelopen weken sterk. Ruim 2000 personen en organisaties hebben via een website hun steun betuigd aan het protest.

Werknemers van de brouwerij hebben recent enige dagen het werk neergelegd. Vakbonden onderhandelden donderdag nog vergeefs met InBev in Leuven, ’s werelds grootste bierconcern. Ze zeiden niets wijzer te zijn geworden over de reden voor de verplaatsing van het brouwen van het witbier.

Duidelijk is wel dat de maatregel 59 banen kost. Hij gaat ook ten koste van de smaak, waarschuwde oprichter Pierre Celis van Hoegaarden onlangs. Celis begon in het midden van de jaren zestig in zijn woning in Hoegaarden met het brouwen van witbier. „Het veroorzaakt altijd een verschil in smaak en kwaliteit als bier plotseling op een andere plaats gebrouwen wordt. Dat heeft te maken met het water, andere brouwketels, een andere manier van brouwen”, zegt Celis. „Als ik geen tachtig jaar was, zouden ze nog met mij af te rekenen krijgen.”