„Laten we ons samen in ootmoed buigen”
AMSTELVEEN - Op een bijeenkomst van de afdelingen van de Gereformeerde Bond, zaterdag in Hoevelaken, presenteert het hoofdbestuur een brochure over „het spoor van de Gereformeerde Bond na 1 mei 2004”, onder de titel ”Hervormd gebleven”. „Het heeft bij ons soms ontbroken aan duidelijkheid over dat wat volgens ons principieel niet kon en mocht: breken met de kerk.”
De voorzitter van de Bond, ds. G. D. Kamphuis, noemt de titel van de brochure (die bij de Gereformeerde Bond te bestellen is) „goed gekozen. Want dat is het wat we als Bond steeds duidelijk hebben willen maken. Wij zijn hervormd gebleven, ook in de Protestantse Kerk in Nederland. Een kerk die we nimmer begeerd hebben, tegen de vorming waarvan we ons steeds met recht en reden verzet hebben. Om haar grondslag die ondeugdelijk is. Vanwege het feit dat haar totstandkoming een verdunning van het gereformeerde leven in die kerk betekende.Maar hoe dan ook: in die kerk is het hervormde denken meegenomen. En het is op die hervormd-gereformeerde grondslag dat we ook in de toekomst in die kerk willen staan, in gehoorzaamheid aan de Schrift, in overgave aan de Heere. Betrokken. Niet vijandig tegenover de kerk en haar kerkelijke organen. Ook niet als het braafste jongetje in de synodale klas. Maar wel met liefde. Liefde voor haar gebroken gestalte en begeerte haar uit haar verbrokenheid op te richten. Dat is altijd het verlangen geweest van de Bond in de Hervormde Kerk. Het is niet minder het verlangen van onze beweging in de Protestantse Kerk.”
vraag (u14(Mag de brochure gelezen worden als een schuldbelijdenis over het feit dat de Gereformeerde Bond gedurende het SoW-proces niet altijd helder is geweest over de uiteindelijke consequenties van SoW?
„Laat ik het zo zeggen: in de strijd om de kerkorde lag ontzaggelijk veel hartstocht van ons als hervormd-gereformeerden. Daar zat de strijd in om het belijden van de kerk. Die strijd is niet ongezegend gebleven. Maar het had tegelijk ook een keerzijde. Namelijk deze: dat woorden en zinnen die toen gezegd zijn soms de gedachte opriepen dat er een moment zou komen dat we als Gereformeerde Bond met de kerk zouden breken. Er werden toen dingen gezegd op het scherp van de snede.
En ik zeg het heel eerlijk: de vraag is, nu terugkijkend, of we ons dat voldoende en tijdig gerealiseerd hebben. Als je bepaalde citaten bezag, kon je de conclusie trekken dat de Bond uiteindelijk los van de kerk verder zou gaan. Tegelijk is er dan de vraag: was dat ook zo bedoeld? Ik meen van niet.”
vraag (u14(Heeft het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in zijn opstelling -de keuze van woorden- niet aanleiding gegeven om de conclusie te trekken: er kan een moment komen dat de Bond los komt te staan van de verenigde kerk?
„We hebben, nu de kerkvereniging een feit is, als bestuur gezegd: hoe is het nu gegaan? Hoe hebben we gesproken, hoe hebben we gereageerd? Je houdt de dingen eens tegen het licht. De weerslag daarvan is te vinden in de brochure. Zo’n reflectie is ook nodig, willen we in de Protestantse Kerk zegenrijk kunnen arbeiden.
En als je dan concreet vraagt: hoe heeft het zo ver kunnen komen dat er een scheuring kwam, moeten we toch ook zeggen dat het geestelijk klimaat in de hervormd-gereformeerde vleugel in de kerk niet beantwoordde aan de roeping die de Heere ons gegeven heeft. Het geestelijk gehalte is niet op het goede peil. Er kon bitterheid insluipen. Het theologisch besef dat God goddelozen rechtvaardigt en de kerkelijke vertaling daarvan is vaak afwezig. De diepste noties van de trouw van de God van het verbond worden onder ons niet voldoende gepeild. Dat is niet alleen belangrijk als we terugkijken, maar ook naar de toekomst toe. Er is veel geloof nodig om in de Protestantse Kerk te kunnen staan.
Kortom, als je dan gaat evalueren, mogen we zeggen: we hebben naar ons beste weten leiding gegeven. Er was de noodzaak om dingen gaandeweg helderder te maken. Om duidelijk te maken wat we niet bedoeld hebben met bepaalde sterke woorden. Ja, er zijn citaten aan te wijzen en uitdrukkingen waarin het lijkt alsof de Gereformeerde Bond los kon komen te staan van de kerk. Maar nogmaals: was dat destijds zo bedoeld? Ik meen oprecht van niet.”
vraag (u14(Er is veel geloof nodig om in de Protestantse Kerk te staan, zegt u.
„Ik zeg dat mede omdat de brochure ook gericht is op de toekomst. Hoe kunnen wij als Gereformeerde Bond zegenrijk arbeiden in deze kerk? We hebben gezegd: we blijven op onze post. We mogen niet breken. Maar hoe dan? Er is pijn, verdriet, teleurstelling. Kerkelijke liefde kun je niet zomaar overplanten.
Nee, we zijn niet meegegaan voor een gebouw of een pastorie, maar om de roeping die we menen te hebben. De hervormde gemeenten zijn gebleven. Het gaat ons om die gemeenten, maar het gaat ons ook om meer. Om de hele kerk. We hebben de kerk lief vanwege Gods verkiezende liefde. Omdat de Heere daar samenwoont met zondaren.
En dan zeg ik toch maar steeds weer één ding: predik het Woord. Daar is verwachting van en daarvan alleen. Zo moeten we staan in de gebroken kerk, in vertrouwen op de Heere, in gehoorzaamheid aan Hem. Daar is geloof voor nodig. Laat je stem horen in de kerk daar waar het niet naar Schrift en belijdenis is. Daar moeten forse dingen gezegd worden. Maar wel: oog voor het geheel. Niet staan tegenover de ambtelijke vergaderingen die wij erkennen, maar er middenin.”
vraag (u14(Staat de bitterheid in hervormde en hersteld hervormde gemeenten over de scheuring die gerichtheid op de toekomst niet in de weg?
„Er is inderdaad veel bitterheid. Onder broeders! Maar als we zicht hebben op onze schuld is er geen reden meer om elkaar hard te vallen. Over wat dan ook. Daar moeten we mee ophouden. Ik weet dat het in veel plaatsen moeilijk is, pijnlijk is. Er gebeuren afschuwelijke dingen. Maar de weg van het elkaar blijvend verwijten maken, is een onvruchtbare weg die we niet mogen vervolgen.
Pijn heeft tijd nodig, maar bitterheid blokkeert. We kunnen ons de luxe van het tegenover elkaar staan niet meer veroorloven in dit geseculariseerde land. Als we samen in ootmoed buigen voor de Heere hebben we ieder op de eigen plaats de handen meer dan vol. Wie weet, God mocht Zich wenden en ons hoop geven op de toekomst.”