„Wereldhandelsorganisatie is jong en inefficiënt”
HONGKONG (ANP) - Met grote spanning wordt elke twee jaar uitgekeken naar de ministersconferentie van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De bijeenkomst die komende week in Hongkong begint, is geen uitzondering. De geschiedenis van de WTO heeft echter geleerd dat hoge verwachtingen misplaatst zijn. Dat heeft vooral te maken met de organisatiestructuur van de WTO.
De organisatie is nog jong en bepaald niet slagvaardig. „De efficiency kan beter”, zegt Mary Footer, verbonden aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.Footer promoveerde vandaag aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op een onderzoek naar de WTO. Begin volgend jaar wordt ze hoogleraar internationaal economisch recht aan de Britse University of Nottingham.
Het onderzoek van Footer levert een wisselend beeld op over de WTO, die in Genève is gevestigd. Grofweg heeft de organisatie drie taken: ze stelt regels vast voor de internationale handel, ze ziet toe op de naleving daarvan en ze komt in actie bij geschillen. Dat laatste gaat in de regel vrij goed, maar bij de andere twee taken komt de WTO minder fraai uit de verf.
In Hongkong zal onder meer worden gesproken over een reeks spelregels in het internationale handelsverkeer. Nu al staat vast dat er hooguit een eerste stap in die richting zal worden gezet. In het voorjaar van 2006 moeten er spijkers met koppen worden geslagen. Het is een moeizaam proces en dat heeft veel te maken met de WTO zelf.
Een groot probleem is dat de WTO haar besluiten bij consensus neemt. Dat betekent dat alle leden -dat zijn er inmiddels 148- het eens moeten zijn. Als een land bezwaar heeft, gaat een besluit niet door. „Zo’n land kan zich dan makkelijk achter de organisatiestructuur van de WTO verschuilen”, zegt Footer.
Uitgangspunt in Hongkong is verder dat men het overal over eens moet zijn, en dat er anders geen overeenkomst komt.
Daar komt bij dat de directeur-generaal van de WTO -nu is dat de Fransman Pascal Lamy- geen verstrekkende bevoegdheden heeft. „De leden willen hem die macht ook niet geven”, aldus Footer.
Organisaties als het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank hebben wel een duidelijke leider. Die beschikt over een uitvoerende macht in de vorm van een bestuur dat namens alle lidstaten besluiten neemt.
De WTO heeft zo’n bestuur niet, wel een secretariaat. De bevoegdheden daarvan zijn echter beperkt. Het secretariaat mag officieel geen voorstellen doen en is gebonden aan wat de leden opdragen. „De lidstaten mogen zich overal in mengen”, zegt Footer.
Het probleem rond de organisatiestructuur is voor een belangrijk deel terug te voeren tot de ontstaansgeschiedenis van de WTO, die in 1995 voortkwam uit de GATT (de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel). De GATT is een overeenkomst die kort na de Tweede Wereldoorlog ontstond en waar in de loop der jaren steeds meer instituties omheen zijn gebouwd.
Formeel is de WTO een internationale organisatie, maar wel een die „topzwaar” is, aldus Footer. „Er zijn tientallen besluitvormingsorganen waaronder een die met de uitvoering van bijvoorbeeld verdragen is belast. In beginsel kunnen alle aangesloten landen, en dat zijn er steeds meer geworden, daarin zitting nemen.
Erg positief over de voortgang van de huidige onderhandelingen, ook wel bekend als de Doharonde, is Footer niet. „Je kunt nu al spreken van een moeilijke periode en het zal zeker niet makkelijker worden.”
De Doharonde had eigenlijk dit jaar al afgesloten moeten zijn. Footer verwacht nu dat het niet eerder dan 2007 zal worden.