Een niet te controleren omwenteling
Titel: ”De grote transformatie. Het begin van onze religieuze tradities”
Auteur: Karen Armstrong
Uitgeverij: De Bezige Bij, Amsterdam, 2005
ISBN 90 234 1905 7
Pagina’s: 544
Prijs: € 23,50.
Karen Armstrong is wereldwijd een van de meest gelezen moderne auteurs over godsdienst. In Nederland is haar populariteit groot. Haar laatste boek, ”De grote transformatie”, is zelfs eerder in het Nederlands verschenen dan in Engeland en Amerika in het Engels. Het succes van Armstrongs boeken bewijst dat ook moderne mensen nog steeds geïnteresseerd zijn in godsdienst. Op de een of andere manier lukt het Karen Armstrong wel, en anderen niet, om over godsdienst te schrijven op een manier die ook ongelovigen weet te boeien.
Karen Armstrong is van huis uit rooms-katholiek. Ze is geboren in Engeland in 1944, en heeft de jaren 1962-1969 in een klooster doorgebracht. Daar heeft ze haar traditionele geloof verloren. In de jaren zestig waren er duizenden kloosterlingen die uittraden. Die zijn niet allemaal succesvolle schrijvers geworden, Karen Armstrong wel.
Het geheim van haar succes schuilt dan ook in haar stijl, en in de breedheid van haar geleerdheid. Ze schrijft niet alleen over het jodendom, het christendom en de islam. Die drie godsdiensten hebben ondanks verschillen ook veel gemeen, al was het alleen maar de grote lijnen van de verhalen van Adam tot en met Jezus. Ze schrijft met hetzelfde gemak over de godsdiensten van India, China en Japan, en over de oude godsdiensten van het Midden-Oosten.
De Nederlandse lezer is met de Bijbelse geschiedenis wel enigszins vertrouwd, maar de godsdiensten van India, China en Japan zijn veel verder weg. Armstrongs verhalen daarover zijn daardoor toch minder gemakkelijk te volgen. Maar kennelijk deert dat de meeste lezers niet. Het gaat er allemaal in als koek.
Omwenteling
De hoofdstelling van Karen Armstrongs laatste boek is dat in de periode van 900 tot 200 voor Christus er zich in alle godsdiensten een omwenteling heeft voorgedaan. Aan het begin van die periode stond in die godsdiensten het ritueel centraal. Vroomheid was het op de correcte wijze uitvoeren van de voorgeschreven traditionele rituelen. Aan het einde van die periode was dat veranderd. Het ging niet meer om het ritueel, maar de godsdiensten waren verinnerlijkt. Mededogen met de medemens, barmhartigheid en naastenliefde waren centraal komen te staan. Die verschuiving is de ”grote transformatie” waar haar boek over gaat.
Dat is een grootse visie, die vele eeuwen beslaat. Het is moeilijk om vast te stellen of zo’n brede visie wel helemaal klopt. Bijna niemand is in staat al die godsdiensten en bijbehorende culturen te overzien, en er zit weinig anders op dan Karen Armstrong maar op haar woord te geloven. Het zou natuurlijk wel prettig zijn als inderdaad alle godsdiensten ter wereld zich op goede zaken als naastenliefde concentreerden.
Wel is het raar dat, als Karen Armstrong gelijk heeft, er nog zo veel menselijke ellende bestaat, en er nog steeds oorlogen en burgeroorlogen gevoerd worden waarin barmhartigheid en naastenliefde ver te zoeken zijn. Daar zou een verklaring voor moeten worden gevonden. Die verklaring zou mogelijkerwijs de stelling van Karen Armstrong kunnen ontkrachten. Zijn de gelovigen in al die godsdiensten niet gehoorzaam genoeg aan het voorschrift tot menselijk mededogen, of is er iets anders aan de hand met de menselijke natuur? Er zijn richtingen binnen het reformatorische christendom die het antwoord op die vraag weten.
Diplomatieke barmhartigheid
In het bijzonder met de islam is er een probleem, al was het alleen maar omdat Mohammed, de stichter van de beweging die we de islam zijn gaan noemen, van 570 tot 632 na Christus heeft geleefd, dus zo’n 800 jaar na de grote transformatie. De vroegste moslims hebben veroveringsoorlogen gevoerd, van Arabië tot Gibraltar en van Poitiers tot Pakistan. Hoe barmhartig was dat tegenover de veelal christelijke bewoners van deze gebieden? Zou het niet barmhartiger geweest zijn hen met rust te laten?
Allerlei besluiten van Mohammed worden door Karen Armstrong als een bewijs gezien van de principiële vredelievendheid van Mohammed. Ook bijvoorbeeld zijn opdracht aan zijn volgelingen om samen met hem ongewapend de pelgrimstocht naar Mekka te ondernemen, dat toen nog in niet-moslimse, heidense handen was. Het zou kunnen dat Karen Armstrong daar gelijk in heeft. Ook veel moslims zien het zo.
Een algemenere uitleg voor deze handelwijze is daarentegen dat Mohammed bij het diplomatieke overleg met de Mekkanen dat toen volgde de overhand wist te krijgen. De militaire verovering van Mekka die daar verrassend genoeg toch nog op volgde, was zodoende alleen nog maar een formaliteit. Deze episode staat bekend als het verdrag van Hudaybiya, dat door moslims vaak aangehaald wordt als een aanwijzing dat verdragen met vijanden van de islam alleen geldig zijn zo lang de islam nog niet militair superieur is. Dat is geen prettige opvatting voor mensen die weten dat de moslims hen als vijanden beschouwen.
Daden van terreur
Ook over de moderne tijd heeft Karen Armstrong iets uit te leggen als ze wil betogen dat het in de islam allereerst om mededogen en barmhartigheid gaat. De terreuraanvallen op Amerika, Madrid, Londen, Bali, enzovoort, worden door Karen Armstrong verklaard als een reactie op de westerse arrogantie en het gebrek aan westers mededogen met de noden van de islamitische wereld. Het gaat, zogezegd, kennelijk om een straf voor de westerse zonden.
Ook veel moslims delen deze visie. Maar is het wel eerlijk om het zo te zien? Het Westen betaalt zich blauw aan olie die uit de islamitische wereld komt. Er gaan miljoenen aan hulp vanuit het Westen naar de islamitische wereld. Wat voor goeds hebben de islamitische landen die dat geld ontvangen hebben er voor zichzelf of voor anderen mee gedaan?
Het Westen heeft de moslims in Bosnië en Kosovo weten te redden van de Serviërs. Het Westen steunt het islamitische Pakistan tegen India, heeft Arafat bij herhaling gered van zijn Zionistische vijanden, en, vooral, het Westen heeft de afgelopen dertig jaar ruimhartig miljoenen moslimmigranten opgenomen. Allemaal blijken van vijandschap jegens de islam? Een gebrek aan barmhartigheid dat met daden van terreur bestraft moeten worden?
Karen Armstrongs opvatting dat het in alle godsdiensten ’eigenlijk’ om naastenliefde en barmhartigheid gaat, of zou moeten gaan, zou wel eens doodgewoon een naïeve projectie van haar eigen opvattingen kunnen zijn.