„Geen beleid zonder charisma”
KAMPEN - In de visienota ”Leren leven van de verwondering” van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zit onvoldoende prikkel om in de kerk toekomst te zien, vindt de Kampense hoogleraar prof. dr. G. Neven. „Om beleid te kunnen uitvoeren, is charisma nodig, leven uit de Geest. Beleid is niets anders dan het opsporen van de spirit van de kerk.”
Prof. Neven, hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit Kampen (ThUK), ging gisteren tijdens de viering van de 151e verjaardag (dies natalis) van de universiteit in op de „verloren agendapunten” van het visiedocument. Dit document, waarmee de synode eind september akkoord ging, beschrijft in elf uitgangspunten wat de kern van het toekomstige beleid van de kerk moet zijn. Het eerste uitgangspunt is bijvoorbeeld dat de PKN een „kerk van het Woord” wil zijn.De nota maakt de visie van de PKN echter onvoldoende waar, stelde prof. Neven. „De kerk doet te sterk aan zelfpresentatie en vergeet de vraag aller vragen te stellen: Waarom zijn wij kerk? De tekst van de nota staat een beleid, gericht op charisma en verfrissing, nog te veel in de weg.”
Volgens de hoogleraar spreekt de nota „redelijk neutraal” over mensen, maar komt de „concrete mens” niet in beeld. De verhouding van de mens tot God bepaalt zijns inziens juist de vorm van de kerk. „Prioriteit in het beleid is altijd de concrete mens. Zo ver de nota religieuze taal spreekt, is het dikke mistige reli-taal.”
Prof. Neven vindt verder dat het visiestuk te sterk is gericht op de binnenkerkelijke verschillen. „Het religieuze landschap van vandaag wordt onvoldoende serieus genomen. De ’oude’ kerken lijken weinig te kunnen bieden tegenover de frisheid van andere groepen. Veel mensen zoeken naar religie en willen wel geloven, maar ze willen zich niet binden aan een groepering.”
De Kampense hoogleraar benadrukte het belang van de interreligieuze dialoog. „Christus is meer dan de kerk. We hebben de taak om van het Verhaal te leven, maar ook om sensitief en opmerkzaam te zijn op Christus in het ons onbekende.”
Mevrouw ds. M. P. Baas (Groningen) zei de kritiek van prof. Neven op het visiestuk „herkenbaar” te vinden. In de aansluitende discussie sprak ze haar waardering uit voor het feit dat de Protestantse Kerk met een visie komt, maar ze zei teleurgesteld te zijn in wat er uiteindelijk in de nota staat. „De kerk moet zichzelf minder centraal stellen. Het gaat concreet om wat mensen, aangeraakt door het Verhaal, in de wereld doen.”
Ds. G. de Fijter, vicevoorzitter van het moderamen van de synode, zei blij te zijn dat de kerken en universiteiten de nota bespreken. Daarvoor is hij volgens hem ook bedoeld. „We hebben een stuk gemaakt waarmee een gemeentelid met ons in gesprek kan komen. De gelaatstrekken van de Protestantse Kerk moeten duidelijk worden. Het is ons verlangen dat het voor het grondvlak duidelijk wordt waarheen we als kerk gaan.”
De rector van de ThUK, prof. dr. E. R. Jonker, blikte terug op het voorgaande academisch jaar. Hij wees onder meer op de op handen zijnde „verandering van organisatiestructuur” van de universiteit. De kerkelijke opleidingen in Kampen, Utrecht en Leiden streven naar één opleiding op meerdere locaties.
In Kampen studeren op dit moment 232 studenten. Het afgelopen jaar schreven 55 nieuwe studenten zich in. Er hadden aan de ThUK geen promoties plaats.