Bosniërs teleurgesteld in Kok
Een delegatie van het gemeentebestuur van Srebrenica, inclusief de (moslim)burgemeester Sefket Hafizovic, is teleurgesteld dat premier Kok afgelopen week tijdens zijn bezoek aan het stadje nauwelijks over het verleden wilde praten en al helemaal niets wilde weten van het maken van persoonlijke excuses.
De zes leden tellende delegatie begon dinsdag aan een werkbezoek aan Nederland op initiatief van het Interkerkelijk Vredesberaad. Ze willen leren van ervaringen van Nederlandse collega’s om een effectiever gemeentelijk beleid te kunnen voeren om de terugkeer van de oorspronkelijke bewoners te bevorderen. De gemeente Srebrenica, een combinatie van het stadje Srebrenica en een aantal dorpen in de omgeving, telde voor de oorlog van 1992-1995 37.000 inwoners. Nu wonen er 8000 mensen. De gemeenteraad hoopt op meer hulp van Nederland om de obstakels voor terugkeer uit de weg te ruimen.
Hafizovic had gehoopt dat Kok vorige week donderdag tijdens zijn gesprek met een delegatie van de gemeenteraad in Srebrenica, zou willen ingaan op de politieke en militaire verantwoordelijkheid van Nederland voor de val van de moslimenclave. Na de val in juli 1995 werden meer dan 7000 moslims vermoord door het Bosnisch-Servische leger.
De premier heeft echter alleen het falen van Nederland als onderdeel van de internationale gemeenschap aan de orde gesteld, zei de burgemeester tijdens een rondetafeldiscussie met Mient Jan Faber, algemeen secretaris van het IKV. „Hij had een geheel eigen visie op de situatie”, aldus Hafizovic.
Een van de andere raadsleden, Sadik Ahmetovic, vice-voorzitter van de Partij voor Democratische Actie, sprak van een gemiste kans voor de premier van Nederland. „Kok is geen premier van Bosnië. Voor mij zijn die excuses van minder belang. Maar een echte premier weet wanneer hij een duidelijke stap moet zetten om een eind te maken aan het schuldgevoel van zijn eigen bevolking. Daarin is Kok tekortgeschoten,” meende Ahmetovic.
Hij voegde daar overigens aan toe dat de Bosniërs de eigen autoriteiten die naar de eigen bevolking toe tekort zijn geschoten, even kritisch moeten benaderen. „De tijd zal komen dat iedereen verantwoording moet afleggen voor de bloedige gebeurtenissen.”
Burgemeester Hafizovic hoopt tijdens zijn bezoek Nederland ertoe over te halen meer hulp voor Bosnië ten goede te laten komen aan projecten die met Srebrenica te maken hebben. Nederland is de op een na grootste donor van Bosnië-Herzegovia, maar Srebrenica ziet er maar weinig van terug, aldus Hafizovic.
Hij vindt ook dat Nederland kritisch moet kijken naar de plaatselijke hulporganisaties (ngo’s) die geld krijgen van Nederland en andere internationale donoren. Een aantal heeft een eigen agenda die niet ten goede komt aan de democratisering en het sociaal-economische herstel van de gemeente, aldus de burgemeester.
Een praktische benadering van de hulp, vooral gericht op het creëren van duurzame banen, is een van de belangrijkste opdrachten van de multi-etnische raad die in 2000 aantrad.
Een andere drempel voor het stimuleren van de terugkeer van gevluchte moslims naar de gemeente, is dat er nog steeds (kleine) oorlogsmisdadigers rondlopen in Srebrenica. Dit probleem valt echter buiten de competentie van het gemeentebestuur, stelt Hafizovic. En de lokale politie is nog onvoldoende ingericht om dit probleem aan te pakken. Wellicht dat het Joegoslavië-tribunaal hier voor een oplossing kan zorgen als er overeenstemming kan worden bereikt om ’kleine vissen’ in eigen land te vervolgen.