Vak kerkgeschiedenis relativeert eigen gelijk
Het nut van kerkgeschiedenis is dat zij het eigen standpunt relativeert. Kerkgeschiedenis is voor velen identiek met narigheid en ruzie. „In Apeldoorn hebben we meegekregen dat 75 procent van alle kerkelijke conflicten terug te voeren zijn op personen, op mensen die gewoon weg moesten, of die anders waren.” Dat zei prof. dr. H. J. Selderhuis donderdag in Ede tijdens een studiedag op de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) over het onderwerp ”Schrijft de kerk geschiedenis?”
De Apeldoornse kerkhistoricus was ingehuurd om te spreken over het nut van kerkgeschiedenis in het voortgezet onderwijs. Hij begon zijn lezing met enkele schrijnende voorbeelden van onkunde. Van een groep catechisanten van zestien jaar wist er slechts één wie Abraham Kuyper was. „Ik dacht, gelukkig! Toch nog één. Toen ik vroeg wat hij van Kuyper wist, zei hij dat hij op een Kuyper-school gezeten had.”
Een afgestudeerd vwo-leerlinge zei bij het noemen van de naam Luther: O, dat is die man die is doodgeschoten. Toen prof. Selderhuis daarop stelde dat dat Martin Luther King was, antwoordde het meisje dat zij nooit van Luther had gehoord.
Bestrijden
Prof. Selderhuis noemde enkele belangrijke aspecten van het nut van kerkgeschiedenis: zij kan naast het relativeren van het eigen kerkelijke standpunt ook ideologieën bestrijden, zoals het nazisme. Kerkgeschiedenis geeft zicht op de actuele situatie van de kerk. Hoe kon het gebeuren dat er zo veel verschillende kerken in Nederland ontstonden en dat het calvinisme bij ons zo’n negatieve klank heeft gekregen? Waarom is de ontwikkeling in Noord-Amerika, waar godsdienst een belangrijke publieke betekenis heeft, zo anders gegaan dan in West-Europa?
Kerkgeschiedenis geeft zicht op de kerk dichtbij én veraf. „Wie is er nog meer dan wij alleen? Hoe komt het dat er meer vormen van christenzijn in onze samenleving zijn dan wij veronderstellen?” Prof. Selderhuis bepleitte het dichterbij brengen van kerkgeschiedenis door de actualiteit ervan in lessen te onderstrepen. „Iemand die er moeite mee heeft om belijdenis te doen, kan zich troosten met het voorbeeld van Luther. Hij probeerde zo heilig en goed mogelijk te leven en liep daarmee compleet vast. Het is goed om een les te beginnen met Luthers uitspraak: „Ik haat God. Hij vraagt dingen die ik niet kan, en Hij weet dat.”
Troost
Prof. Selderhuis stelde dat studie van de kerkgeschiedenis wijst op een belangrijke bron van troost en zekerheid: de poorten van de hel zullen Gods Koninkrijk niet overweldigen. „De kerk is meer dan een sociologisch verschijnsel. Zij is het Lichaam van Christus, dat geschiedenis heeft. In de kerkgeschiedenis zien we de weg die God met Zijn kerk houdt.”
De Apeldoornse hoogleraar waarschuwde voor verabsolutering van eigen kerkelijke traditie. „Durven wij ook het eigen kerkelijk standpunt kritisch te wegen? Voor sommigen begint de kerk pas in 1517, bij de Reformatie, voor anderen zelfs later, maar ook de vrouwenmystiek in de Middeleeuwen behoort bij de kerk.”
Tijdens de discussie vroeg iemand of er sprake was van de hand Gods in de geschiedenis van de kerk. „De leiding Gods geeft zekerheid, maar het is moeilijk om die concreet te maken”, zei prof. Selderhuis. „We zitten nu in een fase waarin veel aandacht is voor de menselijke factoren van de geschiedenis.”
Wat is de constante dan? „De kerk, de gemeente van Christus, gaat nooit ten onder. Als er één godsbewijs is, dan is het wel het bestaan van de kerk.”
Betere invulling
Tijdens de studiedag werden diverse workshops gehouden. J. C. Weststrate, docent godsdienst aan de reformatorische scholengemeenschap Jacobus Fruytier in Apeldoorn, bepleitte een betere invulling van de lessen van kerkgeschiedenis. „Het vak is op een christelijke school vanzelfsprekend, maar een vernieuwende aanpak ontbreekt. Leerlingen zijn steeds moeilijker te interesseren voor de achtergrond van de verschillende kerken.”
Weststrate signaleerde binnen het reformatorisch onderwijs een gebrek aan publicaties over doelstellingen en didactiek van het vak kerkgeschiedenis en het ontbreken van een goede methode.