Een Franse ingenieur is maandag in het westen van Bagdad namelijk ontvoerd, zo heeft de Iraakse politie bekendgemaakt en de Franse regering bevestigd. De vierde ontvoering van een Fransman in Irak heeft duidelijk gemaakt wat velen al vreesden: de Franse oppositie tegen de Amerikaanse inval in Irak maakt Fransen aldaar niet immuun voor ontvoeringen.De ontvoerde Fransman heet Bernard Planche en werkt voor de niet-gouvernementele organisatie Aaccess, die betrokken is bij door de VS gefinancierde waterprojecten. Hij werd door drie auto’s klemgereden toen hij bij een huis in de villawijk Mansour in zijn auto wilde stappen om naar zijn werk te gaan in Karradah, in het centrum van Bagdad. Op de plaats van de ontvoering werd zijn identiteitskaart gevonden, alsmede een kleine hoeveelheid bloed.

Frankrijk doet inmiddels al het mogelijke om Planche vrij te krijgen, zei minister van Buitenlandse Zaken Philipe Douste-Blazy maandag. President Jacques Chirac herhaalde de waarschuwing dat niemand naar Irak moet reizen zolang de persoonlijke veiligheid niet kan worden gegarandeerd.

Planche had al eerder het advies gekregen Irak te verlaten, maar trok zich daar klaarblijkelijk niets van aan, aldus een woordvoerder van het ministerie van Douste-Blazy.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, maande maandag de ontvoerders van vier leden van de Christian Peacemaker Teams, onder wie de 74-jarige Brit Norman Kember, om contact te zoeken met de Britse regering. „Wij staan klaar om te horen wat jullie te zeggen hebben”, aldus Straw.

De BBC haalde maandag een anonieme westerse diplomaat in Bagdad aan die zou hebben gezegd dat er al contact was geweest met de gijzelnemers.

Behalve Kember zijn een Amerikaan en twee Canadezen gegijzeld door leden van de zogenaamde Zwaarden van de Rechtvaardigheid Brigade, die beweren de vier te zullen ombrengen als niet voor donderdag Iraakse gevangenen uit Amerikaanse en Iraakse gevangenissen worden vrijgelaten.