Inwoners Fallujah zitten zonder water, stroom en geld
FALLUJAH (IPS) - Een jaar nadat de Verenigde Staten met Operatie Phantom Fury 36.000 huizen, 60 scholen en 65 moskeeën vernietigden in het Iraakse Fallujah, valt het de inwoners van de stad zwaar hun leven weer op te pakken. De beloofde compensatie blijft uit, de wederopbouw vordert traag en er breken ziekten uit.
Het Studiecentrum voor Mensenrechten en Democratie (SCHRD) in Fallujah schat dat tijdens de door de VS geleide operatie in oktober en november 2004 tussen de 4000 en de 6000 mensen omkwamen. De meeste slachtoffers vielen onder burgers. Aan de rand van Fallujah werden duizenden mensen begraven in massagraven.Onlangs gaf het Pentagon toe dat bij de slag om Fallujah witte fosfor is gebruikt tegen de opstandelingen. Washington ontkent dat ook burgers slachtoffer zijn geworden van de fosforbommen. In een internationale conventie wordt het gebruik van fosfor tegen burgers verboden. Fosfor veroorzaakt bij contact met de huid zeer ernstige brandwonden, maar het wordt door de VS niet beschouwd als chemisch wapen.
Aan de burgerslachtoffers van de aanval op Fallujah is een schadevergoeding beloofd door Iyad Allawi, die tijdens de operatie interim-premier van Irak was. Veel van die vergoedingen zijn echter nog steeds niet uitbetaald. „De mensen hebben slechts 20 procent van wat beloofd is, betaald gekregen”, zegt Mohammed Tareq al-Deraji, inwoner van Fallujah en woordvoerder van het stadsbestuur.
Volgens Deraji heeft de huidige premier, Ibrahim al-Jaafari, ingestemd met betaling van verdere compensatiebedragen nadat hij onder druk was gezet door de Amerikaanse ambassade. „Desondanks zijn alle betalingen gestopt”, zegt hij. Deraji, die ook mededirecteur is van het SCHRD, schat dat meer dan 150.000 van de 350.000 inwoners van de stad nog steeds leven als daklozen als gevolg van geldgebrek en trage wederopbouw. Onder hen zou de woede over de situatie toenemen.
„Ik was kortgeleden in Fallujah en ik heb nergens iets gezien wat op wederopbouw wees”, zegt Rana Aiouby, een freelance journalist in Bagdad. „Sommige mensen zijn zelf bezig hun huizen op te bouwen, maar er leven nog steeds veel vluchtelingen buiten de stad.” Aiouby, die vaak in Fallujah is geweest, zegt dat ze pas in april van dit jaar voor het eerst het district Shuhada mocht bezoeken.
Voor die tijd werd ze tegengehouden door Amerikaanse militairen. „Shuhada is het armste district in Fallujah. Ongeveer 95 procent van de wijk is vernield.” Zowel Deraji als Aiouby zegt dat de energievoorziening onbetrouwbaar is en dat de stad dagelijks het toneel is van gevechten en aanslagen.
„Er zijn zo veel scholen vernield of nog steeds bezet door Amerikanen dat we onze kinderen in tenten les moeten geven. Of we houden hen thuis, uit angst voor het geweld”, zegt Abu Mohammed (30), een inwoner van Fallujah, via de telefoon. Volgens de vader van vijf kinderen zijn talloze inwoners ziek van het drinken van vervuild water. Anderen worden ziek door het gebrek aan elektriciteit in combinatie met de lage temperaturen. Nu de winter is begonnen in Irak, kan de temperatuur ’s nachts dalen tot zo’n 10 graden onder nul.
Deraji zegt dat onder de inwoners van Fallujah ook veel ”nieuwe ziekten” zijn geconstateerd. „Bij kinderen en bewoners die tijdens de aanval in de stad zijn gebleven, wordt nu vaker kanker ontdekt. Misschien zijn er zo veel mensen ziek omdat ze hebben blootgestaan aan te hoge doses straling of andere schadelijke stoffen tijdens Operatie Phantom Fury.”
Hulp aan de inwoners wordt bemoeilijkt doordat de ziekenhuizen in de stad nog steeds niet op volle kracht werken. „Er wordt wel iets gedaan aan herstel van de ziekenhuizen, maar het gaat erg langzaam”, zeg Deraji.
Mohammed Khadem, een 55-jarige ingenieur uit Fallujah, is boos over de controles door Amerikaanse militairen. „Bij sommige inwoners worden nog steeds vingerafdrukken en irisscans gemaakt als ze de stad in willen. Daardoor zijn de rijen bij de controleposten soms erg lang.” Khadem vertelt dat veiligheid een groot probleem is in de stad. „Er zijn periodes dat er bijna elke dag wordt gevochten.”
Deraji beklaagt zich over het feit dat de Amerikanen niet genoeg doen om een Iraakse politiemacht te creëren. „Er mogen maar 200 Iraakse politieagenten in Fallujah werken en dat is niet genoeg.” Niet-gouvernementele organisaties in de stad zeggen dat de inwoners ontevreden zijn over de leden van het Iraakse leger, die samenwerken met de Amerikanen.
Fallujah is grotendeels soennitisch, terwijl het Iraakse leger in de stad voornamelijk bestaat uit leden van de Shia Badrmilitie en de Koerdische Peshmergamilitie. De inwoners van de stad maken vaak melding van vernederende en wrede behandeling door de militairen. „De Iraakse militairen die met de Amerikanen samenwerken zijn nogal schietgraag en ze arresteren vaak mensen. Ze gedragen zich alsof ze in een cowboyfilm meespelen”, aldus Deraji.