„Nooit meer die stem, die oogopslag”
SLIEDRECHT - Het gebed is een wezenlijk kenmerk van het pastorale gesprek bij ziekenbezoek. Dat stelde dr. R. Seldenrijk zaterdag op de jaarlijkse ambtsdragersvergadering van Bewaar het Pand. Onder de titel: ”Tot het einde nabij, enkele gedachten over ziekenbezoek” sprak hij voor zo’n vijftig ambtsdragers.
Op ziekenbezoek gaan is geen gemakkelijke opdracht, gaf Seldenrijk aan. Zeker niet bij een ongeneeslijk zieke. „Dan loop je met de zieke op een weg die je zelf niet kent.” In onze tijd staan alle kaarten op het hier en nu, zei hij verder. „Ziekte kan leiden tot de dood. Maar ziekte leidt per definitie tot levensbeschouwing en daar kunnen we in het pastoraat bij aanknopen.”De directeur van de Nederlandse Patiënten Vereniging (NPV) ging vervolgens in op het onderwerp ”Als het kwaad mensen treft”. Seldenrijk: „Het zal je maar gebeuren. Je worstelt met je ziekte. Zal ik bovenkomen of omkomen? Alle dingen lijken tegen mij.” Of als een geliefde is overleden: „Nooit meer die stem, nooit meer die oogopslag. Kon het niet anders? Kan ik na deze ervaring wel verder? Waar bent u God? Was U er wel bij? Waarom God, waarom, waarom?”
Volgens Seldenrijk is het belangrijk dat mensen de dingen zo onder woorden kunnen brengen. „Ze kunnen er tenminste over praten. De Heere geeft alle ruimte voor menselijk vragen. Kijk maar naar Job. Hij krijgt alle ruimte om zijn vragen te stellen.”
Ambtsdragers en hulpverleners kunnen soms onbedoeld onhandig optreden, vindt Seldenrijk. „Binnen de christelijke gemeente zijn er kille rekenmeesters. Mensen die rondlopen met clichés. Ze lijken inzicht te hebben in Gods agenda. Mensen die zeggen: „God vergist Zich niet. Je moet maar berusten. Of: vraag niet waarom, maar waartoe. Het zijn mensen die met griezelige zekerheid spreken over Gods raad, die wanhopige mensen, onbedoeld of goed bedoeld, kwetsen.”
Ondanks het leed dat mensen kan treffen en het lijkt alsof God verborgen blijft, ziet Hij het toch. „God blijft niet zitten. Hij weet dat we onwennig in deze wereld staan. God gunt de tijd om uit te huilen. Hij walst nooit over menselijke vragen heen.”
Seldenrijk gaf de aanwezige predikanten, ouderlingen en diakenen ook praktische tips mee voor het ziekenbezoek. „Het bezoek begint altijd met een handdruk. Lichamelijke aanraking is de meest oorspronkelijke vorm van communicatie.”
En verder: „Het is belangrijk om gewoon te doen, om de tijd te nemen, om te gaan zitten, geen afkeer van het zieke lichaam te tonen, nooit met anderen over de zieke praten als hij of zij erbij is.”
Daarnaast moet een pastor het gesprek over de ernst van de ziekte niet uit de weg gaan. Hij moet echter pas spreken als er een openlijke of onuitgesproken uitnodiging van de patiënt is. „We moeten weten wat de enige troost is die het uithoudt onder alle omstandigheden. De grote troost komt uitsluitend van het Woord van God; een vast vertrouwen en een zekere verwachting van het eeuwige leven.”
Naast troosten en vermanen is het gebed heel belangrijk, zo gaf Seldenrijk aan. „Het gebed moet ingaan op de inhoud van het gesprek dat gevoerd is. Wie ingaat op algemene zaken, zoals ziekte, leiden en dood, faalt als ambtsdrager.”
Zo is het gebed een wezenlijk kenmerk van het pastorale gesprek, aldus Seldenrijk. „Wat een wonder dat onze schamele gebeden opgenomen zijn in Zijn voorbede. Het is de Heilige Geest zelf die door ons bidt. Zo mogen we met de zieke bidden als kinderen van het Koninkrijk.”