Dat heeft Korthals dinsdag aan de Tweede Kamer laten weten. Het WODC gaat ervan uit dat de behoefte aan cellen de komende vier jaar zal toenemen van 11.934 tot 12.669. In de begroting is echter rekening gehouden met een daling van de capaciteit, van 11.606 (2002) naar 10.943 (2006). Volgens het onderzoeksinstituut dreigen er ook bij de opvang van criminele jongeren en TBS-patiënten capaciteitsproblemen te ontstaan.

In de praktijk kunnen er per twee jaar ongeveer 1000 cellen worden bijgebouwd. Sinds medio 2001 zijn er echter per week ongeveer vijftien cellen extra nodig. Korthals blijft doorgaan met het bouwen van extra capaciteit. Bovendien wil hij op zoek gaan naar alternatieven, omdat er maatschappelijke grenzen zijn aan het blijven bijbouwen van gevangenissen.

Een van deze alternatieven is het zogeheten elektronische detentiehuis. Momenteel loopt er een experiment in Breda, Veenhuizen en Leeuwarden. De huizen zijn voor gedetineerden die nog een paar dagen straf moeten uitzitten. Door ze hier onder elektronisch toezicht te plaatsen, komen in de reguliere gevangenissen cellen vrij voor nieuwe gedetineerden. Het experiment wordt nog een jaar doorgezet. De ervaringen van afgelopen jaar zijn onvoldoende om tot een goed oordeel te komen, aldus Korthals dinsdag.

Het WODC ging bij de prognose van vorig jaar nog uit van een kleiner aantal benodigde cellen. Volgens Korthals zijn er de komende jaren toch meer cellen nodig, omdat er steeds meer mensen worden opgepakt, ook voor kleinere delicten. Er wordt veel minder gedoogd, staat in de brief te lezen.

De cijfers van het WODC zijn beleidsneutraal. Dit houdt in dat het onderzoeksinstituut geen rekening heeft gehouden met het beleid van de overheid, zoals bijvoorbeeld de harde aanpak van drugssmokkelaars op Schiphol. De cijfers van het WODC geven een autonome groei van de behoefte aan capaciteit weer.

Het volgende kabinet moet een beslissing nemen over de extra capaciteit en de alternatieven.