Dat heeft het kabinet vrijdag besloten. Minister De Geus van Sociale Zaken verwacht dat meer mensen met een WW-uitkering proberen voor zichzelf te beginnen als ze een opstartperiode van een halfjaar krijgen. In de eerste zes maanden mogen de startende ondernemers opdrachten verwerven en uitvoeren. De inkomsten worden voor 70 procent verrekend met hun uitkering.Nu hebben WW’ers maximaal drie maanden de tijd om de levensvatbaarheid van hun bedrijf te bewijzen en mogen zij geen orders binnenhalen. Dat is volgens het kabinet een belemmering, hoewel het zelfstandigondernemerschap als een belangrijke motor voor de economie wordt gezien.

Als een startende ondernemer het niet redt, kan hij opnieuw een beroep doen op de WW.

Het recht op een uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden en kan anderhalf jaar tot maximaal ruim drie jaar duren na het begin van het bedrijf.