De dienst domeinen van het ministerie van Financiën had aangevoerd dat de paleizen op grond van een wettelijke regeling alleen door de koningin kunnen worden gebruikt. Daardoor zouden ze niet kunnen worden verkocht, en als ze te koop zouden worden aangeboden, zou niemand er iets voor willen betalen.De Hoge Raad vindt echter, evenals eerder het gerechtshof in Den Haag, dat de paleizen wel degelijk kunnen worden verkocht. De staat is weliswaar wettelijk verplicht paleizen voor gebruik ter beschikking te stellen van de koningin, maar dan hoeft het niet per se te gaan om Paleis Noordeinde en Paleis Huis ten Bosch. De staat kan dus ook andere paleizen aanwijzen. Dat de paleizen een lagere waarde hebben, ligt dus niet aan het onroerend goed, maar aan de staat zelf.

„De waardedrukkende invloed van zo’n verplichting moet volgens de Wet WOZ (waardering onroerende zaken) buiten beschouwing blijven”, aldus de Hoge Raad.