Dat zegt bewegingswetenschapper drs. Vivian Weerdesteyn, die dinsdag aan de Radboud Universiteit in Nijmegen promoveert op een proefschrift over valpreventietraining.De jaarlijkse kosten van ouderen die vallen bedragen zo’n 300 miljoen euro. Jaarlijks vallen 65-plussers bij elkaar 1 miljoen keer. Bij 120.000 valpartijen is medische verzorging nodig. In 50.000 à 60.000 van de gevallen brak een senior een bot. Dit aantal kan worden teruggebracht door een cursus die erop is gericht het vallen van ouderen te voorkomen. Ze leren meer op hun evenwicht te letten en een eventuele val te breken door een judorol in plaats van het traditionele tegenhouden met de hand. Dat levert vaak ook verstuikte polsen op, aldus Weerdesteyn.

Uit haar onderzoek onder 121 ouderen blijkt dat het aantal valincidenten met 46 procent afneemt na het volgen van zo’n training. Die kan inmiddels worden gevolgd bij 300 fysiotherapeuten, die zelf in toenemende mate worden geschoold in het geven van deze cursus. Voor de training bestaat een wachtlijst.

Wegens dit succes breidde Weerdesteyn de valpreventietraining uit voor mensen met botontkalking (osteoporose). Die kan alleen worden gevolgd bij een beperkt aantal revalidatiecentra en speciale osteoporosepoliklinieken, zoals de Sint Maartenskliniek, waar Weerdesteyn werkt. Ze start binnenkort een experiment om mensen met botontkalking ook valtechnieken aan te leren.

Volgens de onderzoekster hebben de valpartijen niet alleen medische gevolgen, maar ook ingrijpende psychosociale consequenties. „Een val leidt vaak tot valangst, waardoor mensen activiteiten gaan vermijden. Met als gevolg een verslechtering in de algehele lichamelijke conditie en algeheel welbevinden.”