School op platteland krijgt extra geld
DEN HAAG - Plattelandsscholen krijgen vanaf 2007 meer geld om leerachterstanden weg te werken. Ook voor kinderopvang in scholen komen zeer waarschijnlijk extra middelen.
Dat zegde minister Van der Hoeven van Onderwijs donderdag toe aan de Tweede Kamer tijdens de behandeling van de onderwijsbegroting 2006.Scholen krijgen vanaf 2007 te maken met een nieuwe regeling voor de bestrijding van leerachterstanden. Onderdeel daarvan is dat de overheid pas met extra geld komt als 6,4 procent van de leerlingen een achterstand heeft.
Onder aanvoering van ChristenUnie-Kamerlid Slob wil de Tweede Kamer extra geld beschikbaar stellen als 3 procent van de leerlingen niet goed kan meekomen. Deze maatregel kost 80 miljoen euro. Minister Van der Hoeven heeft het geld op dit moment niet beschikbaar. Ze beloofde de Kamer dat ze in de komende maanden haar best zal doen het extra geld op haar begroting te vinden.
Verlaging van de grens van 6,4 naar 3 procent is vooral gunstig voor plattelandsscholen. In veel steden heeft meer dan 6,4 procent van de leerlingen een achterstand.
De nieuwe regeling voor het achterstandenbeleid houdt in dat een school 30 procent meer geld krijgt voor een leerling van wie de ouders alleen lager beroepsonderwijs volgden. Als een van de ouders alleen de basisschool afmaakte, krijgt de school voor de leerling bijna het dubbele.
De nieuwe regeling maakt het onderscheid tussen kinderen van allochtone en autochtone afkomst ongedaan. Op dit moment krijgen scholen 90 procent extra voor alle kinderen van allochtone afkomst. Voor autochtone leerlingen van ouders met een lage opleiding, krijgt een school nu 25 procent extra.
Verder beloofde minister Van der Hoeven donderdag dat er zeer waarschijnlijk ook extra geld komt voor de kinderopvang die scholen vanaf 2007 moeten organiseren. VVD-Kamerlid Balemans vindt dat de overheid meer geld opzij moet zetten om de voor- en naschoolse opvang goed van de grond te laten komen. De meeste linkse oppositiepartijen zijn het daarmee eens. De bewindsvrouw komt dit voorjaar met concrete voorstellen.
De minister verklaarde dat scholen niet verplicht zijn om al vanaf 1 januari 2007 de kinderopvang van halfacht ’s morgens tot half zeven ’s avonds te regelen. Als de onderwijsinstellingen het willen, mag het wel. De verplichting komt in fases daarna, zo zei Van der Hoeven. Vanuit het onderwijsveld is veel kritiek op een snelle invoering.
De minister wees de suggestie van het CDA om te komen tot kleinere scholen af. Volgens haar zijn er voldoende kansen om nieuwe scholen te stichten. Ook voor een strengere fusietoets voelt ze niet veel. Wel wil ze de positie van ouders binnen de medezeggenschapsraad versterken als de school fusieplannen heeft. Volgend jaar debatteert de Kamer naar aanleiding van een rapport van der Onderwijsraad over kleinschaligheid in het onderwijs.
Van der Hoeven ziet ook weinig in het VVD-plan om alle dreigingen van geweldsincidenten op scholen te registreren. De Kamer houdt daar wel aan vast. Scholen moeten de gegevens hierover vertrouwelijk overhandigen aan de Onderwijsinspectie, de jeugdzorg en justitie.