„Er is een groeiend aantal ouders dat de verantwoordelijkheid voor hun kinderen niet kan dragen. Daar moeten we niet te lichtvoetig over denken en op een gegeven moment houdt het voor die ouders dan ook op".De minister pleitte tijdens een congres in Amsterdam over honderd jaar kinderwetten ook voor sneller ingrijpen in probleemgezinnen. „In geval van bedreigende situaties zal onmiddellijk moeten worden ingegrepen met OM en rechter", zei hij. Hulpverlening moet dan, al of niet vrijwillig, zo snel mogelijk op gang komen, bijvoorbeeld in de vorm van hulp aan huis of door uithuisplaatsing van het kind.

Verder moet volgens Donner ondersteuning voor ouders bij de opvoeding „normaler" worden. „We moeten daarbij echter af van volledige vrijblijvendheid. Wellicht zullen aanwijzingen met betrekking tot de opvoeding in bepaalde gevallen meer bindend moeten worden gegeven".

Honderd jaar na de eerste Kinderwetten uit 1905, die de overheid voor het eerst medeverantwoordelijk maakten voor de „zedelijke en morele ontwikkeling" van kinderen, is de overheidszorg voor kinderen fors uitgebreid, constateerde Donner.

„Kinderen zijn inmiddels op zoveel manieren voorwerp van overheidzorg en –verantwoordelijkheid geworden, dat het een speciale vaardigheid is geworden om het allemaal onderling afgestemd en op een rijtje te houden", zei de minister. „Jeugdbeleid heet dat. Misschien zijn we wel doorgeschoten". Hij haalde de Britse psychiater Theodore Dalrymple aan, die constateert dat mensen steeds meer de oorzaak van hun onmaatschappelijk gedrag buiten zichzelf zoeken, terwijl de overheid haar burgers te weinig aanspreekt op hun eigen verantwoordelijkheid.