Reding presenteerde donderdag in Brussel de concrete regelingen voor aanvragen voor .eu. De Europese toezichthoudende organisatie EUrid in Diegem bij Brussel gaat in totaal 750 personen en bedrijven inschakelen in alle EU–lidstaten om de registraties te verwerken. Alleen bedrijven of burgers die woonachtig zijn in een EU–lidstaat kunnen een aanvraag indienen. In EUrid werken ook drie registratiebureau’s uit België, Italië en Zweden samen.Vanaf woensdag om 11.00 uur kunnen ondernemers al namen laten vastleggen. Als er meerdere keren dezelfde naam is vastgelegd, gaat het recht om deze te gebruiken naar degene die de eerste registratie heeft gedaan. De kosten daarvoor kunnen oplopen tot 85 euro. Burgers kunnen vanaf 7 april namen laten registreren. Dat kost dan 10 euro per keer.

Nationale domeinnamen als ’.nl’ blijven gewoon bestaan. Reding denkt dat vooral internationale en Europese instellingen en ondernemingen die in meerdere landen zaken doen belangstelling hebben voor een .eu–adres. De grootste Europese instellingen als de Europese Commissie en het Europees Parlement zullen begin volgend jaar al geleidelijk overschakelen op .eu. Nu gebruiken zij nog adressen met het achtervoegsel .eu.int.

Het plan om .eu in te voeren was een concreet gevolg van de top van EU–leiders in Lissabon in juni 2000, waar zij besloten meer aandacht te geven aan de moderne economie. Pas in het voorjaar van 2006 zullen de nieuwe adresnamen ook daadwerkelijk worden worden.

Volgens Reding is de nieuwe domeinnaam geen overwinning van het Engels in Europa. In het Frans, Spaans en Italiaans wordt de EU afgekort als ’ue’. „De afkorting ’eu’ komt echter van het Latijnse Europa, dus is er geen sprake van een voorkeur voor het Engels of het Frans", aldus de Luxemburgse eurocommissaris. Meer informatie over de .eu–operatie is te vinden op de website van EUrid (www.eurid.eu/en).